Boeren met zeldzaam mooie veerassen
Oud-Hollandse veerassen passen (soms) in moderne duurzame bedrijfsvoering
Nederland is rijk aan cultuurlandschappen. Binnen deze landschappen ontwikkelden zich landbouwhuisdieren. Binnen de moderne landbouw waarin alles maakbaar is, hebben de oorspronkelijke rassen plaatsgemaakt voor goed producerende foklijnen en rassen of ‘merken’ in geval van kippen. Ekoland besteedde aandacht aan het SZH project Levend Erfgoed Loont en interviewde hiervoor onder andere adviseur Kees Water; het verschenen artikel (Ekoland 2020-03) mogen we met jullie delen.
Levend Erfgoed Loont
Binnen het project Levend Erfgoed Loont zijn een groot aantal bedrijven bezocht, waarbij onderzocht is hoe zeldzame huisdieren worden gehouden en rendabel worden benut. De lessen die hieruit zijn geleerd zijn samengevat in de brochure, die verkrijgbaar is bij de Stichting Zeldzame Huisdierrassen. Een kenmerk van de oorspronkelijke melkveerassen is dat deze meerdere doelen dienden, het zijn zogenaamde dubbeldoelrassen. Zo is bekend dat een blaarkop goed in staat is om ruwvoer om te zetten in melk. Deze kwaliteit past helemaal bij de oorspronkelijke melkkoe, want in vroegere tijden beschikten de boeren niet over mengvoer dat in afgemeten hoeveelheden wordt samengesteld en afgeleverd. Naast melkproductie leveren deze dieren met hun nakomelingen ook vlees van goede kwaliteit.
Maas-Rijn-IJsselvee, Brandrode rund en Groninger blaarkop
Maas-Rijn-Ijsselvee (MRIJ) is een nog veel voorkomend rundveeras. Het is een echt Gelders rundveeras, ontwikkeld op de vruchtbare gronden langs de grote rivieren in het oosten van Nederland. Deze dubbeldoeldieren zijn altijd gefokt voor zowel melkals vleesproductie en vertegenwoordigden tot in de jaren ’60 en ‘70 van de vorige eeuw minstens een kwart van de Nederlandse rundveestapel. Binnen dit ras is er sterk geselecteerd op melkproductie in combinatie met een gunstige voerefficiëntie. Omdat het dier zelfredzaam is en goed ruwvoer weet te benutten past dit dier in de circulaire landbouw. Het Brandrode rund, een afsplitsing van de MRIJ, kwam vooral voor langs de oevers van de Gelderse rivieren. Daar begrazen ze nog altijd het jaar rond de vele uiterwaarden en natuurgebieden. Brandrode runderen hebben een rustig, vriendelijk karakter en een goede weerstand. Vereniging Het Brandrode Rund zet zich in voor het behoud van dit oorspronkelijke dubbeldoelras.
Veld & Beek is gevestigd in Renkum en kiest voor het veeslag Blaarkop. Ze zijn zowel geschikt voor de productie van melk als van vlees, dus ook dit is een dubbeldoelras. Het melkvee loopt in de kruidenrijke weilanden rond de boerderij. De koeien produceren voornamelijk melk uit ruwvoer ofwel het zogenaamde saladebuffet: een mengsel van zes soorten grassen, zes soorten klavers en zes verschillende kruiden. Alle producten, zowel zuivel als vlees, worden rechtstreeks aan een vaste klantenkring verkocht. Jelmer Zandbergen verzorgt de dieren en is zeer tevreden over de prestaties.
Adviseur melkveehouderij Kees Water
heeft in 2019 kennis en ervaringen verzameld over en met de oorspronkelijke veerassen, met name betreffende de inpasbaarheid en financiële haalbaarheid. Uit een studie op acht bedrijven met oud- Hollandse rundveerassen in Gelderland, blijkt dat de bedrijven divers van karakter te zijn. Maar er zijn ook overeenkomsten, zoals het feit dat het bedrijfsresultaat niet alleen afhangt van de melkproductie. De omzet en aanwas per koe is een goed niveau, vergelijkbaar met het niveau van biologische bedrijven. Wat vooral opviel, is dat de kosten per koe behoorlijk lager zijn dan bij gangbare en andere biologische koeien. Vooral de voerkosten springen er positief uit. De meeste rassen zijn sterk, zelfredzaam en goede ruwvoerverwerkers. De ondernemers hebben een relatief brede visie op landbouw en duurzaamheid. Enkelen hebben reeds een biologische bedrijfsvoering, anderen hebben hier voor de toekomst wel belangstelling voor. Wellicht levert de combinatie van zeldzame veerassen en biologisch een versterkend effect op. Het toekomstig landbouwbeleid is minder gericht op intensivering en productieverhoging. Oud-Hollandse veerassen scoren ook goed bij het publiek: het levert een mooi plaatje op bij landschap- en natuurbeheer. Zeldzame rassen hebben kenmerken die in toekomst weer meer waardering zullen krijgen. Tenslotte is het ook voor inkruising belangrijk dat er 100 procent zuivere rassen beschikbaar blijven.
Landbouwbedrijf inpassen in omgeving
Veel bedrijven met oud-Hollandse veerassen zijn actief bezig om hun bedrijfsvoering te profileren op de plaatselijke kenmerken van de omgeving rond het bedrijf. Hoewel de melk vaak nog naar de fabriek gaat, wordt het vlees vaak voor een groot deel direct aan de consument verkocht. De binding met de omgeving en goed veebeheer zijn belangrijke verkoopargumenten. Een mooi voorbeeld hiervan is het bedrijf van Henk Velders, de enige niet melkveehouder in de studie. Zijn strategie is om jonge bio-kalfjes te kopen van oud-Hollandse veerassen en deze bij een pleegmoeder onder te brengen. Ze groeien op in een kudde en worden op ca. 2,5 jaar geslacht. Hij beheert met zijn vee diverse natuurgebieden en heeft inmiddels een behoorlijke klantenkring opgebouwd.
Wel of niet bio
Binnen het project boerden drie boeren al biologisch. Van de overige bedrijven bleken er twee geen belangstelling te hebben voor een omschakeling. Maar voor de overige drie bedrijven was omschakeling wel een serieus te onderzoeken toekomstperspectief. Deze wens bleek echter niet in alle gevallen realiseerbaar. Voor één bedrijf bleek het afgezet tegen de vrij hoge investeringen en omschakelkosten niet veel extra op te leveren. Een ander bedrijf had onvoldoende zekerheid voor het gebruik van een deel van zijn bedrijfspercelen. En tenslotte had het derde bedrijf geen eigen opfok van het jongvee. Het opfokbedrijf zou daarom ook mee moeten in de omschakeling. Voor deze bedrijven geldt dat ze hun eigen doelen gaan bepalen om de bedrijfsontwikkeling richting te geven.
Tekst: Leen Janmaat | Foto: Ekopart-Kees Water
Ook de overheid ziet inmiddels het belang van de oud-Hollandse rassen wel in. Vanaf 2020 is de subsidie ‘Zeldzame veerassen’ beschikbaar.