Runderen

Er zijn zeven zeldzame runderrassen in Nederland, deze zijn samen opgeteld goed voor minder dan 1% van de gehele rundveestapel. Daarentegen worden de meeste koeien zijn Holstein, meer dan 98% en worden vooral gehouden voor de melk. De oude koeienrassen hebben iets extra’s. Ze zijn vooral gefokt als zogeheten dubbeldoeldoel dieren: ze geven niet alleen melk, maar zijn ook geschikt voor de productie van vlees. Melk en vlees zijn van zeer goede kwaliteit. Dat maakt de oorspronkelijke runderrassen zo uniek.

Natuurbeheer

Terwijl de hoogproductieve Holsteinkoe het beste gedijt op krachtvoer, kenmerken de oud-Nederlandse rassen zich door hun soberheid. Zij redden zich met wat er van nature in hun omgeving groeit. Dat maakt het Brandrode rund of de Groninger Blaarkop dan ook uitermate geschikt voor de biologische houderij of het natuurbeheer. De robuuste rassen redden zich goed in de vrije natuur.
Het rustige karakter is eveneens een positieve eigenschap, zeker in gebieden waar veel recreanten komen. Daar levert de aanwezigheid van oude koeienrassen met hun unieke verschijning bovendien een prachtig plaatje op.

Landgoedbeheer

De herkenbare aftekening van de Lakenvelder werd ook vroeger zeer gewaardeerd door landgoedeigenaren. Als levende schilderijen verfraaiden de runderen de parken van kastelen en landgoederen.

Historie

Van oudsher komt er veel variatie voor onder de Nederlandse runderen. Dat blijkt ook uit de stamboekregistratie van het rundvee die sinds het eind van de 19e eeuw wordt bijgehouden. Na het Nederlandsche Rundvee Stamboek (NRS), opgericht in 1874, kwam vijf jaar later het Friesche Rundvee Stamboek (FRS) tot stand. Sindsdien waren er drie registratiegroepen: zwartbont (nu Fries Hollands), roodbont (nu Maas-Rijn-IJsselvee) en blaarkop (basis voor de huidige Groninger Blaarkop).

In 1975 bestond de Nederlandse rundveestapel voor 71% uit Fries-Hollands vee, 28% MRIJ en 1% Groninger blaarkop. Sindsdien kwam door kruisingen met geïmporteerde Holstein Friesians uit Amerika de ‘’Holsteinisering’’ op gang. Daarnaast ontstond er een officieel stamboek voor het Roodbont Fries vee en kregen de Lakenvelders dankzij de SZH in 1997 een eigen registratie. Ook de Brandrode runderen, sinds het begin van de 20ste eeuw een specifieke fokrichting binnen het MRIJ-vee, kregen een apart stamboek.

Lakenvelder
Bedreigd

Lakenvelder

Witrik
Kwetsbaar

Witrik

Maas-Rijn-IJsselvee (MRIJ)
Normaal

Maas-Rijn-IJsselvee (MRIJ)

Groninger Blaarkop
Bedreigd

Groninger Blaarkop

Roodbont Friesvee
Bedreigd

Roodbont Friesvee

Fries-Hollands vee
Bedreigd

Fries-Hollands vee

Brandrood rund
Bedreigd

Brandrood rund