Nieuws

Nederlandse dubbeldoelkip verrassend multifunctioneel

Van de ruim 20 oorspronkelijke kippenrassen zijn er een aantal die van oudsher de dubbeldoeleigenschappen hebben, dat betekent dat ze zijn geselecteerd op en werden gewaardeerd voor hun legkwaliteiten én hun kwalitatief hoogwaardige stukje vlees. In de opkomende natuurinclusieve en multifunctionele landbouw lijkt een mooie kans voor deze dubbeldoelkippen weggelegd. SZH vroeg een groep studenten een verkenning te doen naar de kansen en belemmeringen voor de Nederlandse dubbeldoelrassen in kleinschalige landbouw. En wat blijkt, deze kippen dienen veel meer doelen dan alleen kip en ei.

Met behulp van doelgerichte fokkerij zijn kippen gefokt in alle soorten en maten. Moderne, commerciële productierassen zijn volledig geselecteerd op of hun eiproductie óf een hoge vleesaanzet (dus snelle groei). Daarnaast heb je sierhoenders (inclusief krielen), vaak geselecteerd op veerkleur en overig uiterlijk. De sierhoenders en de oorspronkelijke rassen worden tegenwoordig vooral hobbymatig gehouden. De oorspronkelijk Nederlandse dubbeldoelrassen, die tot zo’n 70 jaar geleden op productie-eigenschappen werden geselecteerd zijn in de afgelopen decennia hun commerciële functie verloren aan de moderne gespecialiseerde kippen. Oorspronkelijke dubbeldoelrassen van Nederlandse bodem zijn bijvoorbeeld het Chaams hoen, het Noord Hollands hoen, de Barnevelder, de Welsumer en het Twents hoen.

Hoewel deze rassen nu vooral hobbymatig gehouden worden, stijgt de vraag naar deze rassen, met name vanuit de kleinschalige voedselinitiatieven waar gezocht wordt naar een kip met meer functionaliteiten.  

De verschillende producten, diensten en overige waarden van dubbeldoelkippen in beeld

Vanuit onder andere de permacultuur is in beeld gebracht wat in- en outputs zijn van kippen. Uit dit overzicht blijkt een flink spectrum van producten en diensten, die een kip ons kan bieden. Eieren en vlees spreken voor zich. Maar dat kippen ook tegen ongedierte ingezet kunnen worden is een interessante om mee te nemen. Zo kunnen kippen effectief ongedierte weghouden bij runderen of schapen. En slakken wegvangen uit de groente- en fruitbedden. Vliegen vangen kunnen ze ook prima. Kippen met uitloop kunnen zo voor een deel in hun eigen onderhoud voorzien via de (plaag)dieren en de planten of oogstresten, die ze bij elkaar scharrelen.

Als kippen ook voedselresten zouden mogen eten, wat Europese regelgeving momenteel verbiedt voor kippen waarvan de eieren of het vlees verkocht worden, zou er nog een mooi doel bijkomen. Tevens economisch interessant want het geven van voedselresten bespaart voerkosten. En voerkosten zijn de voornaamste kostenpost bij het houden van kippen.

De kippen van de oorspronkelijk Nederlandse dubbeldoelrassen zijn wat forser en minder productief van de moderne commerciële kippen. Juist daarom lijken ze goed uit de voeten te kunnen met dat deels zelf bij elkaar scharrelen van hun voer en zijn ze ook wat beter bestand tegen predatie door bijvoorbeeld roofvogels. Een paar hanen tussen de kippen kunnen daar ook bij helpen.

Regelgeving kwam al vaker als bedreiging voor de Nederlandse rassen ter sprake. Met name voor de kleinschalige houders maar zeker ook voor de kleine slachterijen en de zelfslachters, die het vlees op de markt willen brengen. De relatief hoge kosten en de steeds strikter wordende regelgeving maakt het produceren van pluimveevlees met deze dieren op deze schaal economisch niet aantrekkelijker. Als echter de voerkosten beperkt gehouden kunnen worden, kunnen de eieren wel een aardige opbrengstpost vormen. Daarom is er hoop, want de Nederlandse kippenrassen hebben nog meer waarden. Namelijk de educatieve en cultuurhistorische waarde.

De studenten hebben op basis van hun interviews een paar voorwaarden geidentificeerd als het gaat om succesvol ondernemen met de erfgoedrassen:

Allereerst moet er een intrinsieke motivatie zijn om de rassen te houden. Vanwege hun kwaliteiten, hun unieke uiterlijk, of om een bijdrage te leveren in het instandhouden van ons levend erfgoed. Daarnaast moet de houder ook geloven in de meerwaarde van de erfgoedrassen en ze op die verschillende functies in kunnen zetten, bijvoorbeeld met een mobiel kippenhok en een verplaatsbare, of volledig vrije, uitloop. Een winkel op de boerderij helpt om een goede prijs voor de diverse producten te krijgen van de kip, waarbij de eieren de meeste kansen bieden.  

Infrastructuur en fokbeleid nodig

Om de Nederlandse dubbeldoelkippen echt op de kaart te zetten in de kleinschalige landbouw is veel promotie nodig. Maar als de vraag dan toeneemt moet ook aan de aanbodkant wat gebeuren.

Waar nu vooral hobbyfokkers zorgen voor nieuwe aanwas, zal daar wellicht (ras)organisatie breed gekeken moeten worden wat nodig is om op te schalen. Immers, zo’n kleinschalig multifunctioneel bedrijf zal toch graag zo’n 100 a 200 kippen in een keer willen hebben.  En het betekent ook wat voor de selectie van dieren. Om inteelt te voorkomen is een goede registratie van ouderdieren nodig. Maar om de rassen, die nu vooral beloond worden om uiterlijke kenmerken ook daadwerkelijk in te zetten als dubbeldoeldieren, zal geselecteerd moeten worden op met name eiproductie. En dan is nog de vraag hoe alle partijen in de keten, al is het een korte keten, van fokker tot producent tot slachter en lokaal restaurant elkaar gaan vinden om een werkbare infrastructuur op te zetten in een goede samenwerking..

Dit waardevolle onderzoek is uitgevoerd door studenten van Wageningen Universiteit binnen het vak ‘Academic Consultancy Training’. We danken Tim Bonte, Daan Hanegraaf, Linsy Roest, Mst Misrat Msuma Parvez, Demissie Chanie Emirie en Ramadhani Alchemy Hakim voor hun werk.

SZH werkt aan een opvolging van deze verkenning. Geïnteresseerd geraakt en graag op de hoogte gehouden worden over dit onderwerp? Laat het ons weten met een berichtje, dan nemen we contact op.

>> Meer over ondernemen met zeldzame rassen

Nonja Remijn

Mijn passie ligt in het bij elkaar brengen van mensen en het zoeken naar gemeenschappelijke belangen binnen de agrarische sector. Ik hou van dieren, maar misschien nog wel meer van de dierhouders. In mijn werk wil ik boeren, burgers en buitenlui graag dichterbij elkaar brengen. Zodat we samen kunnen genieten van ons voedsel en te werken aan een gezonde en mooie wereld voor morgen.