Het succesverhaal van de moorkop
In 2017 besteedde het tijdschrift Boerenvee aandacht aan de start van het ambitieuze ‘Moorkop project’. Een aantal enthousiaste kippenfokkers had zich ten doel gesteld om in drie jaar tijd een levensvatbare populatie van de bijna verdwenen moorkop kleurslag van de uilebaard hoenders niet voorgoed te laten verdwijnen. In de eerste uitgave van Boerenvee in 2020 blikken zij terug en stellen hun verhaal beschikbaar voor ons:
Alexander van Ittersum en Andries Vinke waren er vanaf het begin bij betrokken. Alexander en Andries zitten aan dezelfde keukentafel als drie jaar geleden toen het idee werd geboren. Zij zouden alles in het werk stellen om de nagenoeg verdwenen moorkop kleurslag van de oudhollandse uilebaard te behouden. Samen met verschillende collega fokkers en diverse organisaties gingen zij de moorkop opnieuw op de kaart zetten. Samenwerking was het codewoord en de eerste stap was het inventariseren en enthousiasmeren van de fokkers die zich op dat moment met de moorkop uilebaard bezig hielden. Zes moorkopfokkers, overtuigd van de waarde van het behoud van dit levend erfgoed met een geschiedenis van meerder eeuwen, vormden een fokkersgroep.
Grondige aanpak
In samenwerking met het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) van Wageningen Universiteit en de Stichting Zeldzame Huisdierrassen (SZH) werd er een gedegen fokplan opgesteld. Uiteraard was ook de rasvereniging van liefhebbers en fokkers van Brabanters, Kraaikoppen en Uilebaarden (BKU-club) bij het project betrokken. Ook kinderboerderij Cantecleer in Kampen en Kleindier Liefhebbers Nederland (KLN) hebben hun steentje bijgedragen aan het unieke project.
Het project startte met de zes liefhebbers, die bij elkaar zes hanen en zestien hennen bezaten die geschikt waren voor de fokkerij. Waarschijnlijk stamden al deze hoenders af van de laatste in 2014 overleden moorkopfokker Henk Wezendonk.
Een belangrijke afspraak onder de moorkop fokkergroep was dat ze gebruik maakten van de zogenaamde cirkelteelt. De beschikbare hanen rouleerden via een vast schema van fokker naar fokker, dit om zoveel mogelijk inteelt te voorkomen. Door alles goed te registreren is het mogelijk onverwante dieren te fokken en inzicht te krijgen welke koppels de beste resultaten geven.
Het eerste jaar
Alexander blikt terug: “Het eerste jaar was gelijk een groot succes.” Er werden door de fokkersgroep ruim tweehonderd dieren gefokt waarvan er vijftig met een goed getekende kop. Op verschillende evenementen werd de moorkop gepromoot en diverse tijdschriften besteedden aandacht de moorkop. Daar moeten we Rolinka Snijders alle credits voor geven. Zonder Rolinka waren we nooit zover gekomen. We mogen wel zeggen dat zij de eerste jaren de kar met veel enthousiasme en professionaliteit heeft getrokken. In het eerste jaar hebben zeventien nieuwe liefhebbers zich aangemeld. Daarmee was de doelstelling ‘Het vergroten van het aantal fokkers en geïnteresseerde liefhebbers die thuis deze dieren willen houden tot minimaal vijftien personen’, al behaald. Het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland heeft in 2003 sperma gewonnen van moorkophanen van de laatste serieuze moorkopfokker Henk Wezendonk. De bedoeling was om dit sperma te gebruiken en een aantal geselecteerde hennen te insemineren. Vanwege de vogelgriepmaatregelen in 2017 kon de inseminatie van moorkophennen helaas niet doorgaan, een tegenvaller”, aldus Alexander.
Andries vult aan: “De leden van de fokkersgroep lieten op diverse shows hun dieren keuren door de daarvoor opgeleide keurmeesters. De resultaten in 2017 waren veelbelovend. De meeste dieren werden als ‘zeer goed’ beoordeeld. Een mooie stap in de goede richting. Maar het keuren van de moorkoppen volgens de daarvoor opgestelde standaard is gebaseerd op het in 1912 getekende ideaalbeeld van de bekende pluimveetekenaar Cornelis van Gink. Dat maakte het er niet eenvoudiger op. Het bleek bij de hanen vrijwel onmogelijk om aan het geschetste ideaalbeeld te voldoen. Het is waarschijnlijk genetisch niet mogelijk om moorkop hanen te fokken zonder ‘zwart’ in de borstveren. Het kan wel, maar dat gaat ten koste van het ‘zwart’ in de kop en baard. Er is daarom aan de standaardcommissie verzocht hier naar te kijken en dat leidde tot een aanpassing in de standaard van de hanen. Enkele witte veren op de kop is toegestaan en het zwart in de borstveren wordt nu gezien als een kleine in plaats van een ernstige grote fout. Dat betekent dat je nu op de tentoonstellingen een beter resultaat kan behalen. Daarmee konden we ook het subdoel ‘het fokken van moorkop hanen voor de show aantrekkelijk maken door het aanpassen van de standaardeisen’, afvinken.”
Het tweede jaar
Andries: “Een jaar later hadden we opnieuw een grote tegenvaller. Ook in 2018 kon het insemineren door de vogelgriepmaatregelen niet doorgaan. Daar stond tegenover dat het aantal moorkop uilebaarden ten opzichte van 2017 was verdubbeld. De cirkelteelt viel een beetje in het water omdat de hanen uit onze stam ongewenste extra sporen ontwikkelden en dus niet konden worden ingezet. We hebben voor een andere haan moeten kiezen. We weten nu wel zeker dat dubbele sporen sterk erfelijk zijn en daar kunnen we weer van leren. Ondanks deze tegenvaller is het mooie van de cirkelteelt dat je met elkaar samenwerkt en elkaar wat gunt. We raden iedereen aan die een bijna verdwenen kleurslag nieuw leven in wil blazen, gebruik te maken van de cirkelteelt. Hoogtepunt van het jaar 2018 was de overall winst van de witte moorkop van Harry Schrama tijdens de Hanzeshow.’’
We raden iedereen aan die een bijna verdwenen kleurslag nieuw leven in wil blazen, gebruik te maken van de cirkelteelt.
Het afsluitende derde jaar
Het derde jaar is nu achter de rug en tijdens de Noordshow is het project afgesloten met een unieke rij moorkoppen. De kwaliteit is met stappen vooruitgegaan en de fokkers hebben veel kennis opgedaan over de vererving. Het uitkomstpercentage van de goede moorkop kuikens is omhoog gegaan.
Alexander: “De fokkerij gaat natuurlijk door en we willen als projectgroep contact houden door minimaal één keer per jaar bij elkaar komen om ervaringen uit te wisselen en elkaar vooruit te helpen. We hebben het samenwerken als erg positief ervaren en het heeft ook wat opgeleverd. Als we kijken naar het hoofddoel van het project: het in stand houden van de Moorkop Uilebaard, dan kunnen we stellen dat dit door de enthousiaste projectgroep uitstekend is geslaagd.”
Tekst en foto’s: Jan Smit
Doelstellingen moorkopproject
- Het in stand houden van de moorkop kleurslag van de uilebaard
- Het creëren van een levensvatbare populatie in drie jaar tijd, met voldoende genetische diversiteit.
- De moorkopkleurslag beter te verankeren in de nakomelingen, om zo de uitkomst van getekende moorkoppen te maximaliseren.
- Het fokken van moorkop hanen voor de show aantrekkelijk maken door het aanpassen van de standaardeisen.
- Het vergroten van het aantal fokkers en geïnteresseerde liefhebbers die thuis deze dieren willen houden tot minimaal vijftien personen.
Ook moorkoppen houden?
Wat is er leuker om een bijdrage te leveren aan dit bijzondere hoenderras dat behoort tot ons oer-Hollands levend erfgoed? De unieke moorkop kleurslag van de uilebaarden komt voor in moorkop-wit, moorkop-goud en is exclusief voorbehouden aan dit oudhollands levend erfgoed. Neem contact op met de BKU-club.
De moorkop kleurslag
Van de moorkop kleurslag zijn twee varianten officieel erkend. De moorkop-wit en moorkop-goud. Bij beide varianten zijn de kop, baard en de bovenkant van de halsveren zwart. De rest van het lichaam is respectievelijk wit of goudkleurig. Er bestaat ook een moorkop-citroen, maar deze kleur is nog niet officieel erkend.