Verslag Inspiratieavond zeldzame rassen op de kinderboerderij
Boerderijen met een publieksfunctie zijn van grote waarde voor het in stand houden van de zeldzame rassen. Om deze groep schatbewaarders te helpen werd op 9 april een online-informatie en inspiratieavond met het thema ‘levend erfgoed op de kinderboerderij’ gehouden. Naast de grote educatieve en attractieve waarde van het houden van zeldzame rassen, zijn er ook uitdagingen. Want welke rassen passen bij de boerderij, waar haal je nieuwe dieren, hoe kan je verantwoord fokken en hoe neem je bezoekers mee in de waarde van de zeldzame rassen?
De avond was een gezamenlijk initiatief van SZH en de vereniging Stads,- en Kinder Boerderijen Nederland (vSKBN). Zowel het perspectief van de kinderboerderijen als dat van de rasorganisatie kwam aan bod en er was er kort de mogelijkheid voor deelnemers om aan te dragen welke zaken er leven bij de aanwezigen.
Introductie Stichting Zeldzame Huisdierrassen (SZH) door Nonja Remijn (bureaucoördinator SZH)
SZH zet zich in voor het behoud van variatie binnen de oorspronkelijke (landbouw)huisdierrassen. Door de houders, rasorganisaties en speciaalclubs te ondersteunen, door partijen, initiatieven en particulieren met elkaar te verbinden én door de rassen meer bekendheid te geven.
In Nederland hebben we bijna 90 oorspronkelijke rassen, zoals bijvoorbeeld de lakenvelder koe en de Barnevelder kip. Zij hebben allemaal een unieke genetische en cultuurhistorische waarde. Het is ons levend erfgoed. Daarbij zijn veel van de dieren bij uitstek geschikt om te houden op een kinderboerderij, vanwege de fantastische verhalen die de rassen vertellen over vroeger, over de landbouw in Nederland, over de herkomst van ons voedsel en natuurlijk vanwege hun prachtige verschijning.
Groenscholen, musea en kinderboerderijen, zijn ideale locaties om levend erfgoed onder de aandacht te brengen van een groot publiek. Ambassadeurs worden door SZH zoveel mogelijk in het zonnetje gezet tijdens de levend erfgoed dagen, die jaarlijks tegelijk plaatsvinden met de open monumentendagen.
vSKBN en de zeldzame rassen door Inger van der Laan (coördinator vSKBN)
De vereniging Stads en Kinderboerderijen Nederland (vSKBN) telt 255 leden. Dat is het grootste deel van van de in totaal 300 tot 350 kinderboerderijen in Nederland. vSKBN werkt samen met Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling (GDO), waar verschillende natuur- en milieu educatieve centra onder vallen. Daarnaast zet vSKBN zich in voor belangenbehartiging bij de overheid, ondersteuning en voorlichting, het kwaliteitsbewijs kinderboerderijen, kennisuitwisseling en samenwerking voor en door de leden met een ledenpanel en vakgroep.

In 2014 is in een enquête ten behoeve van een brancheonderzoek een inventarisatie gedaan naar de rol van kinderboerderijen bij het in stand houden van zeldzame rassen. Uit de resultaten van de enquête, blijkt dat 88 locaties bewust kiezen voor zeldzame rassen. Acht locaties waren erkend centrum van de SZH (educatief centrum of fokcentrum). Op de foto Lakenvelders en witrikken op erkend centrum de Bijlmerweide te Amsterdam.
Binnenkort wordt er een nieuwe enquête verstuurd aan alle vSKBN leden. Wel is al bekend dat op dit moment 14 kinderboerderijen erkend zijn als Educatief Centrum. Twee kinderboerderijen zijn erkend Fokcentrum voor duiven.
Kinderboerderijen leveren een bijdrage aan de bekendheid door de zeldzame rassen te tonen en aan de instandhouding door het fokken met zeldzame rassen.
Maar het is zinvol om je keuze voor zeldzame rassen te onderbouwen. Welk verhaal vertel je met je dieren? En hoe breng je de meerwaarde onder woorden naar gemeente en subsidieverstrekkers? Verder zijn er maatschappelijke ontwikkelingen die invloed hebben op het fokbeleid. vSKBN ziet de volgende kansen voor kinderboerderijen: Bijdragen aan aan de instandhouding door houden van dieren en educatie. En samenwerkingen met fokkers en het uitwisselen van dieren.
vSKBN kan kinderboerderijen ondersteunen als verbindende partij. Bijvoorbeeld door het verzamelen en delen van succesverhalen en contactgegevens van rasorganisaties en andere relevante partijen. Vragen zijn welkom bij vSKBN, zodat duidelijk is wat er speelt op de locaties.
Stadsboerderij De Kooi en de zeldzame huisdierrassen door Ingrid Elderson (Coördinator stadsboerderij de Kooi en de Molenwijk)
Stadsboerderij de Kooi is al vanaf de oprichting In 1970 met Nederlandse rassen bezig. De dierverzorgers worden er als het ware mee “opgevoed”. In 2000 werd de Kooi Erkend Fokcentrum van de SZH voor de kippen en de duiven. En in 2015 werd De Kooi bekroond met een erkenning als educatief centrum van de SZH. Maar tijden veranderen en in 2022 kon er niet meer worden voldaan voldoen aan het keurmerk erkend fokcentrum. Dat heeft te maken door een veranderde kijk op dierenwelzijn en het fokken met dieren op kinderboerderijen. Omdat de rassen er nog wel te zien zijn, blijft de Kooi trots Educatief Centrum.
Het houden van zeldzame rassen is op de Kooi zo ingeburgerd dat de dierverzorgers er als het ware mee worden “opgevoed”
Door veranderende kijk op het vermeerderen van dieren binnen gemeente Rotterdam is er een zorg ontstaan. Hoe kunnen we elkaar helpen om de zeldzame huisdierrassen op een gezonde en verantwoorde manier te blijven tonen? Er is bijvoorbeeld energie gestoken in het opzetten van een rammencirkel, maar dat is gestrand omdat er niet veel locaties zijn die jaarrond een ram kunnen houden. Ook zijn er kosten verbonden aan lidmaatschap van een fokvereniging en is er extra inspanning vereist om te zorgen voor verantwoorde fokkerij. Goede samenwerkingen zijn essentieel.
Boerderij Wolfslaar en de Zeldzame huisdierrassen door Erik Franken (Coördinator boerderij Wolfslaar)
Eind jaren 60 is Boerderij Wolfslaar gestart. Niet als kinderboerderij, maar als kinderdierentuin met inheemse dieren, zoals vossen en eekhoorns. Veel van de inwoners van Breda weten dit nog. Begin jaren 80 is het een echte kinderboerderij geworden en in 1999 is gestart met het houden van de zeldzame huisdierrassen.
In 2000 is de Wolfslaar erkend als SZH Educatief Centrum. Dat is inmiddels 25 jaar geleden, maar nog altijd actueel, want met een behoorlijke lijst van zeldzame rassen is de Wolfslaar een echte ambasadeur voor levend erfgoed.
De mascotte van het historische landgoed Wolfslaar is de Kraaikop. Een Breda’s ikoon.
Breda is een historische stad en Boerderij Wolfslaar ligt op het oude landgoed Wolfslaar. Een Historische locatie, waar het houden van lokale rassen vanzelfsprekend is. De Wolfslaar gaat nog een stapje verder in de specialisatie door zich met name op Brabantse / Bredase rassen te specialiseren. Zo lukt het om aan de hand van de rassen een interessant educatief verhaal te vertellen over de geschiedenis van de streek. Die specialisatie geeft duidelijke kaders aan welke rassen worden gehouden en is aanleiding voor verschillende educatieve activiteiten en programma’s. Zo is er lesmateriaal ontwikkeld met de titel: “Willem Wolfslaar en zijn Kraaikop”. En in een mini museum wordt samengewerkt met archeologie. De mascotte van Wolfslaar is de Kraaikop. Een Breda’s ikoon. Hij pronkt op het entrée bord van het landgoed. De Wolfslaar doet jaarlijks mee met de levend erfgoed-dagen, die mooi combineren met de Open Monumentendag op een landgoed, waar levend erfgoed en materieel erfgoed samen komen.
Er zijn helaas wel een aantal uitdagingen aan het houden van zeldzame rassen. Zo is het moeilijker om een goede vruchtbaarheid te behouden en kan het aanschaffen van onverwante dieren lastig zijn. Ook is het altijd zoeken naar nieuwe informatie en activiteiten te ontwikkelen rondom de zeldzame rassen.
Gelukkig wegen de voordelen daar tegenop, voor de Wolfslaar zijn de volgende voordelen verbonden aan het houden van de zeldzame rassen:
- verbinding met de cultuurhistorie van het gebied
- zeldzame rassen als thema voor educatie en activiteiten
- samenwerking met fokverenigingen, SZH en collega-dierenhouders
- verkoop van dieren is makkelijker
- zo kan worden meegedaan aan het Paraplubestand
Rasorganisatie aan het woord: De Landelijke Fokkersclub Nederlandse Landgeit (LFNL), door voorzitter Albert van de Streek.
De LFNL heeft als doel; het terugfokken van een historisch geiten ras. De Nederlandse landgeit was rond 1950 bijna uitgestorven. Momenteel zijn er 3000 levende geiten in het stamboek ingeschreven en telt het stamboek 400 leden, waarvan 100 actieve fokkers en ongeveer 50 kinderboerderijen, (inclusief musea, zorgboerderijen en scholen, etc).

Kinderboerderijen zijn voor de LFNL belangrijke locaties om de Landgeit te promoten en voor educatie over het ras. Het fokken met goedgekeurde bokken en registratie van lammeren wordt gestimuleerd. Omdat kinderboerderijen als belangrijke ambassadeurs worden gezien, heeft de LFNL een aantal maatregelen. Zo kunnen kinderboerderijen ‘Dinamolid’ worden: het lidmaatschapsgeld wordt dan voor maximaal drie jaar gesubsidieerd door het Dinamo fonds, dit fonds zet zich in voor herstel van biodiversiteit en cultuurlandschap.
Verder krijgen leden een informatiebord over de Landgeit. Van kinderboerderijen die aan keuringen meedoen, worden kosten voor Q-koorts entingen vergoed van de landgeiten waarmee ze naar keuringen komen.
Napraten
De voorbeelden van de kinderboerderijen aan de LFNL geef al aan dat er veel kansen liggen voor het houden van zeldzame rassen op kinderboerderijen. Toch valt er met goede samenwerking veel te winnen zo blijkt ook uit de nabespreking.
Fokkerij. Verantwoorde fokkerij is voor het behoud van de zeldzame rassen van groot belang. Door een aantal kinderboerderijen wordt gemeld dat fokken een gevoelig thema is door de discussie over dierenwelzijn en fokkerij die breed wordt gevoerd. Van kinderboerderijen wordt een duidelijk fokbeleid verwacht. In sommige gemeenten is de druk van buitenaf om niet te fokken groot. Maar de verschillen per regio zijn groot. Zo wordt er op kinderboerderijen in de gemeente Den Haag bijvoorbeeld helemaal niet meer gefokt met dieren. Op de stadsboerderijen in Maastricht wordt het vlees van eigen dieren juist bewust verkocht. Hoe dan ook, het is voor iedere locatie van belang dat gefokte dieren geplaatst worden op een manier die past binnen het eigen fokbeleid.
Voor een gezonde fokkerij kan het werken met een zogenaamde fok cirkel een mooie oplossing bieden. Voorbeelden zijn een rammencirkel, of fokcirkels van bijvoorbeeld de Groninger slenk of de Twentse landgans. vSKBN kan een rol spelen bij het onder de aandacht brengen van het nut van fokcirkels en het belang van stamboekregistratie. Er blijkt behoefte aan hulp bij een verantwoorde fokkerij. Daar kunnen rasorganisaties kinderboerderijen bij versterken.
Uitwisseling dieren en kennis. Er blijkt behoefte onder verschillende aanwezigen voor het uitwisselen van dieren. Er wordt een app groep geopperd, waar behalve dieren ook adviezen kunnen worden gedeeld.
Voorlichting, communicatie en educatie Een aantal kinderboerderijen geeft aan dat er behoefte is aan activiteiten, informatie en educatief materiaal en lesmateriaal, waarmee verschillende doelgroepen bezoekers geënthousiasmeerd kunnen worden voor de zeldzame rassen. Daarvoor is op de website van SZH al een en ander te vinden onder het kopje educatie. Foldermateriaal kan worden aangevraagd en SZH staat open voor tips en suggesties. Deelnemers aan de Levend Erfgoed dagen krijgen een pakket met materialen voor de dag.
Het was al met al een inspirerende avond, waarbij duidelijk was dat de behoefte om verder te praten er zeker is wordt vervolgd.