Nieuws

Ras van het jaar 2024: De zwarte bij

De zwarte bij Apis mellifera mellifera is het kleinste ras dat onder de zorg van SZH valt. Het is in allerlei opzichte een vreemde eend in de bijt. Zo is zij het enige insect onder de ‘Nederlandse huisdieren’, is de sociale structuur van deze dieren zeer complex en is de manier van voortplanting ook niet te vergelijken met de andere SZH rassen. En hoewel deze honingbij door de mens gehouden kan worden, is de zwarte bij een wilde soort die is aangepast aan het oorspronkelijke Nederlandse klimaat en de lokale flora en fauna en dus ook in het wild kan overleven.

Over de bij en haar ondersoorten

De Westerse honingbij heeft 25 ondersoorten over de gehele wereld. De zwarte bij is de énige oorspronkelijke Nederlandse honingbij. Naast honingbijen zijn er nog vele andere bijensoorten die in Nederland voorkomen. Bijvoorbeeld solitaire bijen zoals de behangersbij die haar naam dankt aan de gewoonte haar nest te bekleden met keurig uitgesneden stukjes blad. Maar ook de in kleine volkjes levende hommels zijn bijen, hoewel ze over het algemeen een stuk hariger zijn. Die wollige beharing zorgt ervoor dat ze bij koudere temperaturen al uit kunnen vliegen. Hommels zijn daarom de eerste bijen die te zien zijn in het vroege voorjaar. 

Honingbijen zijn belangrijke bestuivers. Zowel voor voedselgewassen in de landbouw als voor de bestuiving van wilde bloemen. Doordat de zwarte bij is aangepast aan de inheemse flora en fauna is ze daarvoor ook van betekenis.

De problemen van de zwarte bij

Nederlandse imkers werken voornamelijk met de Carnicabij. Deze ondersoort komt uit de Balkan. Ook de Buckfastbij -een gefokte hybride- wordt vaak door imkers ingezet. Deze beide ondersoorten staan bekend om een hogere honingproductie. Maar waar het voor andere gehouden rassen niet uitmaakt welk ras de buurman houdt ligt dat bij het houden van bijen anders. Al deze honingbij ondersoorten kunnen onderling namelijk kruisen. Door de hybrides die daaruit ontstaan gaat genetische variatie en daarmee de belangrijke eigenschappen van de zwarte bij verloren.

Ook een kleine populatie kan een oorzaak zijn voor inteelt. Daarmee verlies je genetische diversiteit en het maakt de kans op ziekten en afwijkingen groter.

Daarnaast geldt voor alle bijen dat de afgenomen diversiteit aan voedselgewassen en de toename van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen een negatief effect op populaties.

Texel, Terschelling en Neeltje Jans

In Nederland heeft Texel een bijzondere positie. Hier is namelijk de enige pure populatie van de zwarte bij in Nederland te vinden. Het is op Texel daarom verboden bijen van andere ondersoorten te houden, om hybridisatie tegen te gaan. Bijen mogen alleen van Texel afgevoerd worden, maar niet geïmporteerd. Sinds dit jaar zijn bijenhouders zelfs vergunning plichtig. Op Terschelling worden ook nog zwarte bijen gehouden, maar daar is helaas meer sprake van vermenging met andere ondersoorten.

Op Neeltje Jans vindt de zogenaamde koninginneteelt van de zwarte bij plaats, waarbij koninginnen worden gebruikt van geselecteerde volken die worden bevrucht door dito darren. 

Teelt van koninginnen gebeurt meestal door jonge larfjes met een soort lepeltje te ‘oogsten’ uit goede volken en deze te verhuizen naar een volk dat is voorbereid om die larven te voorzien van koninginnengelei, het voedsel dat ze nodig hebben om zich tot koninginnen ontwikkelen.

De teelt op Neeltje Jans wordt gecoördineerd door ‘De Duurzame bij’. Deze stichting houdt zich bezig met de selectie van bijenvolken die een natuurlijke tolerantie hebben voor de varroamijt, zodat geen chemische bestrijding nodig is. Verminderde varroa gevoeligheid is één van de sterke eigenschappen van de zwarte bij.

Het jaar van de zwarte bij

Tijdens het jaar van de zwarte bij hopen we imkers te enthousiasmeren voor de zwarte bij oftewel de Apis mellifera mellifera. Imkers die in de kwaliteiten van dit kleinste ‘levend erfgoed’ geloven en zich in willen zetten als schatbewaarder zijn onmisbaar voor het voortbestaan van de zwarte bij.

Texel is hét eiland van de zwarte bij en dat mag gevierd worden. We hopen eilandbewoners en eilandbezoekers te kunnen betrekken bij het lot van de Zwarte bij.

Ook is er dit jaar een uitgelezen kans om meer te weten te komen over de genetische diversiteit en zuiverheid binnen de populatie op dit moment. Het Centrum voor Genetische bronnen Nederland  zal dit voorjaar uitgebreid het genetische materiaal van de bijen onder de loep te nemen. We kijken uit naar resultaten van dit onderzoek. Meer hierover is te lezen op ‘Bedreigde zwarte bij: op zoek naar de zuivere kolonies‘.

Meer over de zwarte bij de verschillende organisaties die zich hiervoor inzetten is hier te lezen.

Tamara Pigot

Geboren en getogen in Amsterdam én opgegroeid op de Boerderij. De kinderboerderij wel te verstaan. Een plek die zorgt voor verbinding tussen kind, natuur en dier. Waar je zelf kunt ervaren waar voedsel vandaan komt. Verhalen van boeren die het anders doen inspireren mij. Nieuwe boeren, die boeren mét de natuur en mét de rassen daarbij passen. Bij het landschap, bij de grond en bij de boer natuurlijk.