Artikelen

Het belang van stamboekadministratie

We hebben in Nederland bijna 90 zeldzaam geworden oorspronkelijke Nederlandse landbouwhuisdierrassen. Zij worden meer dan 40 jaar in Nederland gehouden en hebben veelal een bedreigde status.

Om welke rassen het gaat dat wordt bepaald door het Centrum voor Genetische bronnen Nederland (CGN), zij hebben de wettelijke overheidstaak om te monitoren hoe het met de Nederlandse rassen gaat. Monitoring gebeurd op basis van richtlijnen van de FAO. Met een stoplichtensysteem wordt bepaald hoe kwetsbaar een ras is. Daarbij is het aantal geregistreerde vrouwelijke fokdieren leidend. Ook aantal mannelijke dieren wordt wel bijgehouden, net als nieuwe aanwas, maar het aantal vrouwelijke dieren dat ingezet kan worden voor de fokkerij en daarmee kan bijdragen aan het instand houden van het ras is het meest belangrijk.

Meten is weten

Elk Nederlands ras kent een stamboek of rasorganisatie. Zij leveren jaarlijks gegevens aan aan het CGN over hoe het met de aantallen dieren gaat. Daarnaast bepalen zij het fokbeleid, en is binnen een rasorganisatie veel uitwisseling van kennis en ervaring via alle fokkers en liefhebbers die hier zijn verbonden.

Pas als geregistreerd wordt welke dieren er zijn, welke afstamming er achter zit, dan kan je met hulp van programma’s een goed inzicht krijgen in inteelt of bijvoorbeeld onwenselijke eigenschappen die het welzijn of genetische diversiteit niet ten goede zouden komen.

Registratie is uitgangspunt voor behoud

Voor SZH en CGN is enkel ondersteuning te bieden aan dieren die geregistreerd zijn bij een stamboek. Zonder registratie is niet aan te tonen dat het om een zeldzaam ras gaat. Wil je een bijdrage leveren aan het in stand houden van een oorspronkelijk ras, dan hoort dit stapje extra erbij. De betreffende stamboeken kunnen ondersteunen in het opnemen van dieren met een onbekende afstamming. Via de aanvullende sectie of een hulpstamboek kunnen dieren met onbekende afstamming uiteindelijk toegevoegd worden en, middels inzet van zuivere mannelijke dieren, uiteindelijk in volgende generaties raszuiver worden.

Ook voor subsidie van het ministerie is uitgangspunt dat de zeldzame runderen , – schapen, – en geiten gevlagd zijn in het identificatie en registratiesysteem van RVO (I&R) en daarmee bewezen ‘raszuiver’ (minimale bloedvoering van 87,5 %). Deze vlaggen geeft ze ook extra bescherming in geval van een dierziekte uitbraak. De SZH plaatst de vlaggen, en vraagt hiervoor gegevens op bij de stamboeken, zo houden we de administratie betrouwbaar en controleerbaar.

Het vraagt voor zowel dierhouders als stamboekbestuurders meerwerk, maar het levert ontzettend veel meerwaarde ten gunste van een gezonde toekomst voor het ras.

Zie ook onze pagina Behoud van populaties in levende lijve, onze pagina Rasorganisaties, en lees meer over de platformbijeenkomsten met SZH, CGN en rasorganisaties.

foto met dank aan Jan Smit Dierenbeeldbank

Nonja Remijn

Mijn passie ligt in het bij elkaar brengen van mensen en het zoeken naar gemeenschappelijke belangen binnen de agrarische sector. Ik hou van dieren, maar misschien nog wel meer van de dierhouders. In mijn werk wil ik boeren, burgers en buitenlui graag dichterbij elkaar brengen. Zodat we samen kunnen genieten van ons voedsel en te werken aan een gezonde en mooie wereld voor morgen.