Veel gestelde vragen Paraplubestand
Stap 1: Meld je aan bij de SZH per diersoort via onderstaande formulieren:
Stap 2: Machtig de SZH via mijnrvo.nl. Lees hier de handleiding: Machtigen SZH in mijnRVO
Voor het machtigen van de SZH in mijnRVO kun je onderstaande handleiding gebruiken:
De veehouder is er verantwoordelijk voor dat de machtigingen kloppen.
De veehouder is er verantwoordelijk voor dat alle informatie bij de SZH bekend is. Denk hierbij aan meerdere UBN’s, verschillende rassen of diersoorten, net aangekochte of verkochte dieren en lidmaatschap bij het stamboek.
De SZH is door het LNV aangewezen om de vlaggen te zetten en het paraplubestand te beheren. Dit doet niet RVO.
Dit kun je zien in I&R, klik op de handleiding hieronder om stap voor stap te volgen hoe dit werkt.
Het relatienummer staat op elke brief en formulier van RVO, rechtsboven, en op elk mijnrvo.nl scherm na het inloggen.
Wanneer het relatienummer veranderd is moet dit worden doorgegeven aan de SZH en moet de machtiging bij RVO opnieuw worden gezet.
Wanneer een veehouder bij meerdere stamboeken dieren heeft geregistreerd moet de SZH dit weten. Dit betekent dat het aanmeldformulier tweemaal ingevuld moet worden.
Als een veehouder niet alle UBN’s aan ons doorgeeft kunnen we niet alle dieren vlaggen.
De machtiging is geldig voor alle diersoorten, mits ze op hetzelfde relatienummer staan geregistreerd.
LET OP: Per diersoort dient wel een eigen aanmeldformulier te worden ingevuld voor de SZH.
Dieren die uitgeschaard worden naar een andere UBN / relatienummer worden niet automatisch ook gevlagd. Hiervoor dient de veehouder ook een machtiging te plaatsen voor dat UBN / relatienummer ÉN een aanmeldformulier voor de SZH van betreffende diersoort in te vullen.
Een dier dat gevlagd is blijft ook na verkoop gevlagd.
Ja, aanmelding voor het Paraplubestand en machtiging van de SZH is noodzakelijk om uw dieren, die behoren tot de Nederlandse zeldzame rassen, te kunnen vlaggen in het I&R systeem. De subsidie wordt gebaseerd op het aantal gevlagde dieren in het I&R systeem.
Nee, u dient zich tevens bij RVO aan te melden voor deelname aan de subsidieregeling via het invullen van de Gecombineerde Opgave 2023 (invullen tussen 1 maart 2023 t/m met 15 mei 2023). Tussen 15 oktober en 30 november 2023 doet u een definitieve aanvraag op basis van de aantallen GVE die RVO heeft berekend.
Ja, ook hobbyhouders moeten actieve landbouwer zijn om subsidie te kunnen ontvangen uit het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Hobbyhouders zijn vrijgesteld van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel als ze minder dan €5.000 aan directe betalingen hebben ontvangen in het voorgaande jaar. In dat geval is automatisch voldaan aan de voorwaarde van actieve landbouwer.
De ZLH-subsidie is geen directe betaling en telt dus niet mee voor de genoemde €5.000.
De directe betalingen van 2022 zijn: basis- en vergroeningsbetaling, extra betaling jonge landbouwers en de graasdierpremie.
Vanaf 2023 zijn de directe betalingen: basispremie, extra betaling voor de eerste 40 hectare, eco-regeling, extra betaling jonge landbouwers.
Let op! De voorwaarden voor de ZLH en andere voorwaarden (conditionaliteiten) blijven gelden, ook als u bent vrijgesteld van de verplichte inschrijving bij de Kamer van Koophandel.
Nee, alleen houders van zeldzame runder-, geiten of schapenrassen kunnen in het GLB per dier subsidie krijgen.
SZH vraagt ca. 1 maand voor de RVO-peildata (4 peildata per jaar) bij uw erkende stamboekorganisatie(s) de actuele diergegevens op. De stamboekorganisatie geeft alle dieren van de zeldzame rassen van uw UBN die ingeschreven staan in de hoofdsectie van het stamboek en tevens alle dieren die ingeschreven staan in de aanvullende sectie(s), die geregistreerd staan als tenminste 87,5% raszuiver, door aan SZH.
Bij uw stamboekorganisatie kunt u informeren of de dieren die (nog) niet gevlagd zijn, voldoen aan de stamboekcriteria, namelijk ingeschreven staan in de hoofdsectie van het stamboek of ingeschreven staan in de aanvullende sectie(s) met tenminste 87,5% raszuiverheid.
Het aantal dieren per peildatum wordt omgerekend naar Grootvee-eenheden (GVE). Het gemiddelde aantal GVE is de som van de aantallen GVE op alle 4 peildata gedeeld door 4. Om mee te tellen moeten dieren op de peildata op naam van de aanvrager staan in I&R en zijn aangemerkt als zeldzaam rund, schaap of geit.
Voorbeeld:
Een rund van 2 jaar en ouder (1 GVE) wordt verkocht in juni 2023. Het dier telt mee als 1 GVE op 1 januari en 1 april 2023, opgeteld is dat 2 GVE. Op de peildata 1 juli en 1 oktober 2023 is het dier niet meer aanwezig en levert dan 0 GVE op.
Opgeteld voor het aanvraagjaar 2023 levert het dier 2 GVE op. 2 GVE gedeeld door 4 is 0,5 GVE gemiddeld, dat komt neer op een uitbetaling van €100 (0,5 GVE x €200 per GVE) in 2023).
Op de website van RVO staat meer informatie:
www.rvo.nl/subsidies-financiering/behoud-zeldzame-landbouwhuisdierrassen
Ja, je moet lid zijn van een voor uw ras erkende stamboekorganisatie. Uw dieren moeten bij de stamboekorganisatie geregistreerd zijn volgens de voorwaarden van dat stamboek. SZH vraagt periodiek de diergegevens van je dieren op bij de stamboekorganisatie t.b.v. het vlaggen in het Paraplubestand.
Dieren die nog niet eerder zijn gevlagd en die niet op het eigen UBN lopen, worden niet gevlagd, tenzij de andere dierhouder ook deelnemer is aan het Paraplubestand. De dieren worden in dat geval gevlagd op het UBN van de andere dierhouder.
Dieren die al eerder gevlagd zijn, maar (tijdelijk) verplaatst zijn naar het UBN van een andere dierhouder tellen op de peilmomenten voor de subsidie zeldzame landbouwhuisdieren niet mee in de aantallen van het ‘thuis-UBN’.