Kenmerken
- Geschikt voor educatie en huisdier en hobby
- Kan gehouden worden in een erf met veel grond
- Oorsprong van dierenras ligt in Gelderland en Utrecht
Status
- Risico: Bedreigd
- Aantal merries: 1261
- Trend laatste 15 jaar: afnemend
Gebruik
Het Gelders paard is van alle markten thuis, zowel aangespannen als onder het zadel is het betrouwbare karakter en de werkwilligheid een groot voordeel voor de grote groep die af en toe wil springen, een dressuurproef wil rijden of graag wil mennen. Het energieke maar rustige temperament maakt het ook zeer geschikt voor ruiters die niet elke dag kunnen rijden of voor de paardenliefhebber die liever niet met een zeer sensibel paard op pad wil gaan.
Uiterlijk
Het Gelderse paard is een middelzwaar paard met een tamelijk lange hals, een lange en schuine schouder, een ruime borstkas en een uitgesproken schoft. Het paard heeft forse, harde benen en een hoog ingeplante en goed gedragen staart. De meest voorkomende kleur is vos en vaak met veel witte aftekeningen, maar de Gelderse komen ook voor in andere kleuren zoals zwart, bruin of schimmel. De schofthoogte ligt gemiddeld gezien rond de 1.65 m.
Achtergrond
Het Gelderse paard was vanaf de zestiende eeuw een populair rijpaard. Toen in 1890 het Geldersch Paarden Stamboek werd opgericht, concentreerde de fokkers zich op twee verschillende typen: een landbouw-koetspaard en een luxe koetspaard. Met de opkomst van de auto vanaf 1920 en de tractor vanaf 1950 werd het Gelders paard als koetspaard en landbouwpaard geleidelijk aan overbodig. Vanaf 1960 concentreert de fokkerij zich op het door het Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek erkende Gelders paard, van waar uit wordt gericht op veelzijdig inzetbare en betrouwbare paarden voor zowel ruiters als menners.