Kenmerken
- Geschikt voor educatie, huisdier en hobby en natuurbeheer
- Kan gehouden worden in een erf met veel grond, grote tuin en kleine tuin
Status
- Risico: Bedreigd
- Aantal hennen: 155
- Trend laatste 15 jaar: stabiel
Gebruik
De Uilebaard dankt zijn naam aan de zeer volle halsbevedering en een sterk ontwikkelde baard. Samen met de opvallende hoorntjes kam, of ook wel tweehoornige kam, zijn de Uilebaarden bijzondere hoenders in de ren of kooi. Daarnaast komen bij dit ras moorkoppen voor, dit is een zeer zeldzame kleurslag waarbij het dier een wit, geel of blauw gekleurd lichaam heeft en een zwarte kop en baard. Deze kleur komt pas laat tot uiting en is vaak pas na de derde rui van een kuiken optimaal te bewonderen. Ze zijn redelijk zelfstandig, maar kunnen met een rustige houder en goede socialisatie op jonge leeftijd, enigszins tam gemaakt worden. Deze zeer geharde dieren leggen het jaar rond eieren en zijn zelden broeds.
Uiterlijk
De Uilebaard is momenteel in veertien kleurslagen erkend en bij de krielen komt een unieke kleurslag voor, zilverparelgrijsgeloverd. De grote Uilebaard is een vrij fors hoen waarbij de meest opvallende kenmerken zich aan de kop bevinden. De kam bestaat uit twee hoorntjes, die recht op de kop zijn geplaatst en de kinlellen ontbreken in het geheel, in plaats daarvan treft men een volle ronde baard aan.
Achtergrond
Uilebaarden zijn evenals de andere kuif en baardrassen afkomstig uit het Oostzee gebied. Ze behoren tot de oudste hoenderrassen van Nederland en zijn dan ook terug te vinden op schilderijen uit de zestiende en zeventiende eeuw. Op schilderijen van Jan Steen en Victors is een haan afgebeeld, vrijwel zonder kuifvorming, met een tweehoornige kam, baard en kinlellen, dit zijn sterke overeenkomsten met de Uilebaard.
De Uilebaard kwam dan ook vrij algemeen voor in de vorige eeuwen en werd vóór de invoer van vreemde rassen hoog geschat wegens zijn gehardheid. Nadat het ras omstreeks 1900 vrijwel verdwenen was, is het door liefhebbers weer teruggefokt uit boerenkippen.