Kenmerken
- Geschikt voor educatie, huisdier en hobby en natuurbeheer
- Kan gehouden worden in een erf met veel grond, grote tuin en kleine tuin
Status
- Risico: Bedreigd
- Aantal duivinnen: 175
- Trend laatste 15 jaar: stabiel
Gebruik
De Nonduif is een echte showduif, en heeft de naam tuimelaar gekregen, omdat hij in de lucht zijn hoofd in zijn nek gooit en als het ware omtuimelt. Daarnaast staan de Nonduiven niet bekend om de goede broedkwaliteiten en kunnen de doffers nogal eens agressief worden tijdens de broedtijd. Toch is er hoop en zijn er nog liefhebbers welke proberen om deze kwaliteiten weer terug te brengen in het ras.
De Nonduif kenmerkt zich door zijn tekening en de enorm rijke kapstructuur, deze kap, die verticaal op de kop gedragen wordt, moet zo hoog mogelijk zijn geplaatst en stevig en rijk aan veren zijn. Hoe breder en voller de kap, hoe beter.
Uiterlijk
De Nonduif heeft een wit lichaam met daarop gekleurde tekeningen in één van de zeven erkende kleuren, namelijk zwart, rood, dun, geel, blauw, blauwzilver en aszilver. De tekening bevindt zich op de kop, de staart, de borst en de slagpennen. De kop is gekleurd tot de binnenzijde van de kap en wordt als een grote slab naar beneden afgerond tot halverwege de borst, verder dient de gehele in dezelfde kleur te zijn.
Achtergrond
De Nonduif wordt al genoemd in de boeken van de schrijvers Aldrovandi, omstreeks 1600, en Moore, omstreeks 1750, in deze laatste staat ook de eerste tekening van een Nonduif afgebeeld. Ook op schilderijen uit de achttiende eeuw zijn duiven te zien zeer veel gelijkenissen vertonnen met de huidige Nonduiven. Ook de heren Spruijt en Van Gink berichtten reeds in 1923, dat de wieg van de Nonduif in Nederland heeft gestaan.
