Kenmerken
- Geschikt voor educatie en huisdier en hobby
- Kan gehouden worden in een erf met veel grond, grote tuin en kleine tuin
- Oorsprong van dierenras ligt in Noord-Holland
Status
- Risico: Bedreigd
- Aantal duivinnen: 200
- Trend laatste 15 jaar: stabiel
Gebruik
De Amsterdamse baardtuimeleaar is een kleine korte duif en draagt midden onder de snavel een baardje. Deze witte aftekening is ongeveer anderhalve centimeter diep en wordt steeds iets smaller tot onder de ogen. Ze zijn erg populair als showdier op tentoonstellingen en zijn levendige fijne dieren in de omgang. Ook staan ze erom bekend dat ze met veel zorg hun eigen jongen goed grootbrengen.
Uiterlijk
De Amsterdamse baardtuimelaar is erkend in vier basiskleuren, zwart, rood, geel en dun. Met daarnaast vier gebande kleurslagen en nog blauwkras en blauwzilverkras. De vleugels dienen minimaal zeven witte slagpennen te hebben, de staart is wit en niet te vergeten de witte baard. De ogen worden het meest geliefd wanneer ze parelkleurig zijn en ze hebben een middellange snavel.
Achtergrond
De Amsterdamse baardtuimelaar zal zo rond het einde van de 19e eeuw zijn ontstaan uit de voorlopers van de Engelse langvoorhoofdtuimelaar en de Engelse kortvoorhoofdtuimelaar van de gebaarde variëteit. De dieren die toentertijd niet werden geselecteerd op de tentoonstellingen belandden via de legendarische Noordermarkt bij vliegduivenliefhebbers. Deze uitgeselecteerde dieren zijn met alle waarschijnlijkheid de stamouders van de Amsterdamse baardtuimelaar.
Hoewel het ras pas in 1993 is gestandaardiseerd, onder de naam Amsterdamse baardtuimelaar, kennen deze duiven al een langere geschiedenis in Nederland en zijn daarom toch opgenomen onder de SZH rassen.