Verslag Netwerkdag Levend Erfgoed
Tijd om de krachten te bundelen. Op 16 mei vond bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort de allereerste Netwerkdag Levend Erfgoed plaats. Oorspronkelijke rassen, gewassen en de bijbehorende gebruiken en culinaire toepassingen worden gekoesterd door een diversiteit aan initiatieven voor behoud én nieuwe toepassingen. Maar er mist één gezamenlijke stem die de verschillende waarden kan uitdragen naar overheden en belangenorganisaties. Hieronder lees je een samenvatting en daaronder de uitgebreide verslagen van de verschillende sprekers.
De dag werd georganiseerd uit gezamenlijk initiatief van SZH en Dirk Houtgraaf van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, waar we te gast waren. Samen met het Centrum voor genetische Bronnen (CGN), Werkverband Friese rassen en gewassen, Slow Food Nederland en stichting Streekeigen Producten Nederland, werd gewerkt aan de voorbereiding. Cabaretière en kleinschalig Brandrood rund houder Irene van der Aart was dagvoorzitter. Ze nam op enthousiaste wijze het voortouw in de zoektocht naar verbinding, want hoewel er talloze initiatieven bestaan is er nauwelijks samenhang. Via inspirerende pitches, panelgesprekken en interactieve sessies werden deelnemers uitgenodigd te zoeken naar wat ons bindt. De dag stond in het teken van een verkenning naar mogelijkheden en noodzaak tot samenwerking.
De waarde van levend erfgoed
Sprekers als Karel Loeff (Bond Heemschut), Peter Brul (boekweitexpert), en Monique Verstraten (Natuurcentrum Arnhem) toonden hoe levend erfgoed terugkeert in voedsel, landschap en educatie. Met de gezamenlijke oproep ‘Use it or lose it’ , vertelden Nonja Remijn, Mira Schoon en Lana de Bruijn over het werk van SZH en CGN aan het behoud van Nederlandse erfgoedrassen. De boodschap van Slow Food’s Stella Bronwasser was helder: idealiter is de Ark van de Smaak overbodig – omdat al dat moois weer vanzelfsprekend op ons bord ligt. Slow Food chef Jeroen van Nijnatten illustreerde hoe dat er uit kan zien met zijn culinaire omlijsting met hapjes uit de Ark van de Smaak (zie foto’s).



Oogst van deze eerste netwerkdag Levend Erfgoed
Dagvoorzitter Irene had de oude melkbus van haar schoonouders afgestoft om daarin de oogst van de dag te verzamelen. Deelnemers mochten er kaartje met hun bevindingen in doen. Hieronder zes lessen om mee te nemen naar de toekomst.
Persoonlijke ontmoetingen mogen een grotere rol hebben in een volgend netwerkoverleg. Bijvoorbeeld door een kraampjesmarkt of sociaal event.
Zet instandhouders op een podium geef bijvoorbeeld een ‘lintje’ of organiseer iets ludieks. Je inzetten voor levend erfgoed is iets om trots op te zijn.
De macht van het geld vormt een bedreiging. Zo vormt Europese regelgeving met betrekking tot patenten op zaadgoed een bedreiging. Denk daarom zelf ook aan een goed verdienmodel, om behoud duurzaam te maken.
Kennis delen tussen houders, telers en andere professionals en informatie over geschikte rassen en gewassen delen met potentiële gebruikers zoals bijvoorbeeld herenboeren en andere (kleinschalige) landbouwinitiatieven.
Bekendheid bij politiek. Overkoepelende samenwerking op beleidsniveau zorgt ervoor dat je als serieuze partner aan tafel plaats kan nemen bij overheden.
Een simpel, goed en duidelijk verhaal voor een breed publiek. Alles onder 1 paraplu. Een positief verhaal vertellen en daarbij het maatschappelijk belang benadrukken. Het helpt om op zoek te gaan naar nieuwe woorden zoeken voor ‘onze begrippen’.
Naar een gezamenlijke toekomst
De netwerkdag markeert een eerste, belangrijke stap. De behoefte aan een gezamenlijk platform werd breed gedeeld, evenals het verlangen naar structurele samenwerking en zichtbaarheid. Erfgoed begint bij de samenleving – en met deze dag is het zaad geplant voor een sterkere, samenhangende beweging. Want alleen samen kunnen we zorgen voor een bloeiende toekomst voor ons levend erfgoed.
Sprekers en verslagen:
Klik op de pijltjes voor een uitgebreid verslag per spreker:
Welkom door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE); Iris Looman – hoofd afdeling Roerend Erfgoed.
Roerend erfgoed is een breed begrip. Zo omvat het kunst, zoals schilderijen en tekeningen. Maar ook medisch erfgoed, zoals couveuses en verpleegstersuniformen. Of mobiel erfgoed, zoals oldtimers en de bruine vloot. En ook technisch erfgoed, zoals oude telecommunicatiemiddelen.
Allemaal groepen van erfgoed waar de RCE sinds een paar jaar meer mee bezig is. De breedte van het begrip roerend erfgoed is sinds het verschijnen van het rapport Onvervangbaar en Onmisbaar van Sybrand Haersma Buma sterk vergroot. Maar wat heeft dat te maken met het Lakenvelder rund, of de Uilebaard (kip), of de Varikse Zwarte (kers)? Iris legt uit: “Daar is een verbinding te vinden met één van de nieuwere thema’s waarbinnen we bij het domein roerend van de RCE mee bezig zijn. Al decennia houdt de RCE zich bezig met boerderijen, het agrarische erfgoed dat zo zichtbaar is in ons landschap. Maar sinds enkele jaren onderzoeken we ook het roerend agrarische erfgoed. Van dorsmachines tot eggen, van aardappelpoters tot kersensorteerders. Binnen dat Agrarische Erfgoed, roerend en onroerend, van boerderijen, landerijen tot machines, hoort ook kennis over het leven op de boerderij en de geschiedenis van ons voedsel. En daarmee is Levend Erfgoed een logische en cruciale bouwsteen binnen Agrarisch Erfgoed. Oorspronkelijke rassen, gewassen en de bijbehorende gebruiken worden gekoesterd en behouden door vele initiatieven van organisaties en particulieren.”
Iris Looman, Hoofd afdeling Roerend erfgoed RCE
‘Ik vind het belangrijk dat we, als maatschappij en erfgoedorganisaties, naar de verbinding kijken binnen een thema. Ensemble-denken is cruciaal om erfgoed te bestuderen en te behouden, voor huidige én voor toekomstige generaties.’
Daar is ook een mooie link te maken naar onze oude meesters, want op hoeveel schilderijen staan er wel niet afbeeldingen van rassen en gewassen die uit gebruik zijn geraakt, maar nog wel kleinschalig geteeld worden. Het immateriële aspect, het leven op de boerderij, is ook een belangrijke schakel binnen dit onderwerp. Zo staan op de inventarislijst van het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed tradities zoals het maken van boerenkaas en het houden van bijen.
Culinaire initiatieven horen hier ook bij. Waarbij niet alleen het oorspronkelijke gebruik van gewassen en voedsel onderzocht wordt, maar ook naar nieuwe toepassingen wordt gezocht.
Dat vergt wel dat we dat met elkaar doen, particulieren, bedrijven, organisaties en overheden. Dat vergt ook dat er een zekere mate van zelforganisatie is binnen de verschillende soorten van erfgoed-groepen. Want erfgoed begint in de samenleving.
Bij een duidelijke herkenning en waarde ván dat erfgoed in de samenleving, én een duidelijk aanspreekpunt, ontstaat er ruimte bij beleid en politiek. Samenwerking en een gezamenlijke presentatie is daarvoor essentieel. Ook, of misschien zéker, in tijden van bezuinigingen.
Deze ‘netwerkdag levend erfgoed’ (en dus ook culinair erfgoed) staat in het teken van een verkenning naar samenwerking en te onderzoeken of de krachten gebundeld kunnen worden. Wat daar wordt de zorg voor het erfgoed alleen maar beter van.
Ensemble kansen van verbinden; Karel Loeff – directeur Erfgoedvereniging Heemschut.
Erfgoedvereniging Heemschut zet zich met ruim 5000 leden in voor de bescherming van waardevolle objecten en gebieden. Van een bedreigde theekoepel tot de verrommeling van Nederland langs de snelwegen. Directeur Karel Loeff verrijkte de aanwezigen met de lessen die hij vanuit zijn werkveld mee wil geven aan de aanwezige levend erfgoed ambassadeurs.

Erfgoed is een breed begrip:
Gebouwd erfgoed: Monumenten, archeologie, landschap
Roerend erfgoed: Voorwerpen, archieven
Mobiel erfgoed: Rijdend, vliegend, varend
Immaterieel erfgoed: Gebruiken, tradities, ambachten, vaardigheden
Levend erfgoed: Tradities, maar dus ook dierenrassen en gewassen.
De beschermings- en behoud mogelijkheden verschillen per type erfgoed.
Op Rijksniveau beschermd de erfgoedwet gebouwen en gebieden. En is er de bescherming van verzamelingen en ensembles (de combinatie van roerend en onroerend).
‘De beste herbestemming is voortgezet gebruik’
Gemeentelijk zijn er Erfgoedverordeningen, die meestal onroerend erfgoed beschermen.
Afsluitend geeft Karel vanuit Bond Heemschut de volgende drie overdenkingen mee:
1. In het ensemble ligt de waarde: Want, wat is een boerderij zonder erf, een boomgaard zonder bomen?, een akker zonder gewas? Of een rijtuig zonder paarden?
2. Bij ons, de mensen, liggen de kansen tot behoud: Haal het beste uit de waarderings/beschermings- en borgingsregimes, combineer, leg verbindingen, waardeer juist die verbanden en houd ze in stand.
3. In samenwerking ligt de meerwaarde.
Behoud van historische rassen en gewassen – een sociologisch perspectief; Masterstudent Ada Korteknie.
Ada heeft binnen het masterprogramma van Resilient Farming & Food systems gekozen voor de sociaalpolitieke richting. In haar masteronderzoek heeft ze hoofdzakelijk gebruik gemaakt van de data uit de veldonderzoeken van antropologe Chiara Bortolotto.
Bortolotto ’s werk gaat in op de veranderde kijk op erfgoed, waarin een verschuiving in denken heeft plaatsgevonden. Waar in het verleden vooral de nadruk lag op puur behoud, ligt nu meer nadruk op de toekomst, waarbij erfgoed gezien wordt als een bron voor voedselveiligheid en leefbaarheid van de aarde. Bevordering in plaats van verzet tegen verandering.
Om deze verschuiving theoretisch in meer detail te onderzoeken, wendde ik me tot het werk van verschillende wetenschappers.
Het werk van Chiara Bortolotto spoort beoefenaars aan om erfgoed te heroverwegen als een hulpmiddel om door onzekerheid te navigeren – waar erfgoed een middel wordt om te overleven, zich aan te passen en alternatieve toekomsten voor te stellen.
Chiara Bortolotto en andere kritische erfgoedwetenschappers suggereren dat we erfgoed moeten verwelkomen als een hulpbron, maar dit benaderen met zorgvuldige reflectie, ethische verantwoordelijkheid en kritisch bewustzijn.
‘us saving heritage to heritage saving us’
Naast literatuuronderzoek, interviews en veldbezoeken ook een ERF/GOED diner georganiseerd met allerlei erfgoed beoefenaars: van telers en boeren tot onderzoekers, chefs en gebiedsbeheerders. Een avond vol vruchtbare gesprekken over waarom we wat behouden. Hierin mocht het ook schuren: wie heeft toegang tot agrarisch erfgoed? Is het een privilege hier überhaupt over na te denken?



Fundamentele vragen – over waarom we wat behouden en waarom – wat erfgoed is? De specifieke rassen en gewassen, of de traditie en kennis?
Binnen dit diner zie je dat verschillende beoefenaars een hele andere betekenis toekennen aan erfgoed rassen en gewassen: Voor sommigen is iets wat ooit armeluisvoedsel was nu een gastronomische rariteit, voor onderzoekers en veredelaars zijn erfgoed rassen grondstoffen om te veredelen.
‘Levend erfgoed gaat over het behoud van diversiteit – diversiteit in landschappen, soorten, genetica, technieken, kennissystemen. Over diversiteit in narratieven en verhalen gaat het weinig: een broodnodig gesprek.’
Tot slot de belangrijkste punten die Ada meegeeft voor deze ontmoetingsdag levend erfgoed:
- ”Waarom behouden we wat?”
- Erfgoed beoefenaars zijn geen eenduidige groep
- Levend erfgoed gaat over meer dan het in stand houden van soorten of technieken
De waarde van levend erfgoed rassen en gewassen bewust beleven op de Arnhemse stadsboerderijen; Monique Verstraten – Directeur Natuurcentrum Arnhem.


Zorgen voor een natuur inclusieve samenleving
Bij Natuurcentrum Arnhem creëren we betekenisvolle verbindingen, waarbij we mensen, jong en oud, inspireren en activeren om zorgzaam en respectvol om te gaan met elkaar én met onze natuurlijke leefomgeving. Wij zien een natuur inclusieve gemeenschap voor ons waarin de verbinding met de natuur een intrinsieke waarde heeft in het dagelijks leven. Deze verbinding inspireert inwoners tot een duurzame en milieubewuste levenshouding. Natuur en boeren samen, slaan bruggen tussen wat steeds meer 2 wereld zijn.
We doen dit door middel van het ondersteunen van de basisscholen bij het geven van Natuur en duurzaamheidseducatie en 2 stadsboerderijen, een heemtuin en een bezoekerscentrum met een werkende watermolen. Daarnaast beheren we ruim 60 hectare grond in de stad op biologische wijze.
‘Ons Nederlandse landschap is gevormd door de samenwerking tussen mens en natuur. Oorspronkelijke rassen en gewassen speelden daarbij een belangrijke rol. Hun ecologische waarde is de één van onze redenen om deze rassen in ere houden.’
De 2 stadsboerderijen, ‘de Korenmaat’ en ‘Presikhaaf’ liggen midden in de stad. De boerderijen verwelkomen jaarlijks zo’n 100.000 bezoekers, uit alle lagen van de bevolking. Zij komen om te spelen, te ontmoeten én ze leren van alles over de boerderij en de natuur. Het biologische vlees en eieren worden verkocht in de boerderijwinkel.
Dieren op de boerderij: educatieve functie. Een geit zijn niet altijd wit, zoals je ze ziet in de boekjes. We laten de diversiteit van de rassen graag zien. Behalve op de boerderijen, zijn de zeldzame grazers ook op de beheerde weiden in de stad te vinden. Bij Molenplaats Sonsbeek komen monumenten en Levend erfgoed mooi bij elkaar in het mooiste plaatje van Arnhem. Een andere locatie van Natuurcentrum Arnhem is de heemtuin, waar diverse oorspronkelijke gewassen worden geteeld. Natuurcentum Arnhem, werkt samen met het Openluchtmuseum. Zo worden risico’s gespreid. In de heemtuin is ook plek voor het graan van ‘graangeluk’. Waar het meel van de molen gemalen wordt in de nog werkende watermolen.
De impact van Boekweit ‘5 eeuwen volksvoedsel nu weer modern’; Peter Brul – Agro Eco Advisors.
Peter Brul neemt de deelnemers mee in de geschiedenis én de toekomst voor Boekweit in Nederland. Hoe was de reputatie van dit gewas en wanneer het werd gegeten?
In de hoogtijdagen van de boekweitproductie in Nederland, rond 1850 werd maar liefst op 130.00 hectare boekweit verbouwd. Dat waren met name landrassen, zoals de Brabantse Grijze zandboekweit of de Staphorster Zwarte veenboekweit. Traditionele boekweitgrutten werden regelmatig gebruikt met boter en stroop of voor het maken van pannenkoeken.

Rond de tweede helft van de 19e eeuw, is boekweit grotendeels van de akkers verdwenen. Maar de grote meesters zijn nog groot geworden op boekweit. In de tijd dat van Gogh de aardappeleters maakte, werd ook nog veel boekweit gegeten. Wat zou dat betekent hebben voor de reputatie van boekweit?
Foto met dank aan: Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting)
Momenteel zijn er 55 telers, die samen op 200 hectare boekweit verbouwen. Ze zijn onderdeel van een Pilot Natuurinclusieve landbouw in Groningen. Het gaat daarbij om een modern ras met grote korrel. Voor de oorspronkelijke rassen zijn geen geschikte pelmolens meer over. Daarnaast importeert Nederland jaarlijks voor 60 á 70 miljoen euro aan boekweit per jaar. Het gewas wordt doorgaans gezaaid in de 2e helft mei en bloeit van eind juni tot medio augustus. Maaien gebeurt dan medio augustus en het dorsen vindt in de tweede helft van augustus plaats.
Boekweit is superfood: voor de bijen, de bodem, het landschap én voor ons
Het verbouwen van Boekweit heeft de diverse voordelen:
• Bodem (rustgewas, organische stof balans)
• Vruchtwisseling (agro-biodiversiteit)
• Biodiversiteit (insecten, vogels)
• Landschap
• Voedselzekerheid
• Gezondheid (glutenvrij)
• Bedrijfseconomisch saldo
In samenwerking met Thijs Fijen van de WUR worden in een onderzoek rassen vergeleken, in hun belang voor bestuivers. Verder heeft Peter aandacht voor de ontwikkeling van moderne Nederlandse rassen, met daarbij nadruk op een goede oogst zekere productie, kort groeiseizoen (oogstrijp in augustus), grote korrel en een goede kwaliteiten zoals smaak en structuur.
Peter Brul sluit af met een mooie ambitie; is het mogelijk de productie van boekweit op te schalen naar 10.000 ha in 2040?
Fruit Netwerk Nederland; Marcel Rutten.
Het Fruit Netwerk Nederland, houdt zich bezig met behoud van Hoogstamfruitbomen met grote interesse voor het fruit dat eraan hangt. Dat behoud gebeurt door het opsporing en instandhouding van fruitrassen die tot het Nederlands cultureel erfgoed behoren.
In de genenbank van CGN in Randwijk zijn circa 250 verschillende appelrassen opgeslagen. De peren volgen binnenkort.
Het Nederlands Fruit Netwerk vertegenwoordigd in totaal zo’n 20 verzamelaars. Zij zijn gevestigd op plekken door heel Nederland en houden de fruitrassen in stand. Ook werkt het fruitnetwerk samen met de pomologische verenigingen.

Ruim 200 appelrassen, het lijkt zo’n rijk bezit. Tot je je beseft dat maar 4 van die rassen via de grote winkelketens te koop zijn
De genetische diversiteit lijkt heel groot, maar is in de realiteit heel smal. Alles hangt aan ongeveer 6 van de 200 rassen. Toch zijn de fruitrassen zeer het behouden waard. Dit erfgoed is relevant vanwege de Pomologische historie, de rijke historie fruitveredeling en niet te vergeten als ‘verzekering’ voor de toekomst
Marcel pleit er daarom voor dat Nederlandse fruitrassen de status levend cultureel erfgoed krijgen.
Waarom de Ark van de Smaak overbodig zou moeten zijn; Stella Bronwasser – bestuurslid Slow Food Nederland.
Slow Food is ontstaan als tegenreactie op de ontwikkelingen rond fast food en heeft als motto: ‘Good Clean and Fair food for all.’ Met activiteiten in 160 landen op alle continenten, wordt gewerkt aan de speerpunten: educatie, beïnvloeding, biodiversiteit en het bevorderen van ons voedselsysteem.

Een van de projecten van Slow food is de Ark van de Smaak; sinds 1999. De ark van de smaak is in 1999 in het leven geroepen om aandacht vragen voor het behoud van (culinaire) biodiversiteit. ‘Eat it to save it.’ Wereldwijd zijn ruim 6.000 producten in de ark van de smaak opgenomen. De Nederlandse producten staan vermeld in het boekje de ‘Ark van de smaak’ en de nieuwste compactere uitgave ‘de Ark van de smaak uitgelicht’
Stella neemt ons mee in het verhaal van de Cavendish banaan, die al tientallen jaren het enige grootschalig verbouwde ras ter wereld is Dit verhaal illustreert bij uitstek het belang van genetische diversiteit in rassen en gewassen. De bananenmarkt stond in één keer op zijn kop door een gemuteerde variant van de panamaziekte onder bananen. Cavendish bleek weerloos en door de grote monoculturen kon de ziekte zich zeer makkelijk over de wereld verspreiden, met desastreuze gevolgen. Diversiteit in rassen is essentieel om te voorkomen dat ziekten op wereldwijde schaal kans krijgen een gewas de das om te doen. Dit verhaal , het belang van diversiteit in rassen en gewassen is van levensbelang.
De ark van de smaak is een aanjager van behoud van diverse rassen en gewassen en richt zich op:
- Kleinere producenten: cultureel, geschiedkundig, traditioneel.
- Fruit, groente, dierrassen, kazen, broden, zoetigheden en vleeswaren.
- Biodiverse landbouw, veeteelt en visserij.
Om aan de ark van de smaak te worden toegevoegd moet een product voldoen aan:
Producten moeten in hun bestaan bedreigd worden.
Nederlandse (regionale) producten van plantvariëteiten, inlandse diersoorten en wilde soorten en verwerkte producten (vleeswaren, kaas, drank, etc.)
Producten moeten over een specifieke kwaliteit beschikken m.b.t. smaak.
Producten moeten verbonden zijn aan een specifiek gebied; een herinnering of identiteit van een groep en lokale, traditionele kennis.
Producten moeten in kleine hoeveelheden geproduceerd worden.
‘Use it or lose it’ Behoud en waardering van Nederlandse erfgoedrassen; SZH en CGN.
Nonja Remijn vertelt over de verschillende waarden van de Levend Erfgoed dierrassen waar Stichting Zeldzame Huisdierrassen (SZH) zich voor inzet. Stuk voor stuk zijn het unieke rassen met unieke kenmerken en unieke producten en waarden. De belangrijkste waarden zijn weergegeven in onderstaande afbeelding.

Maar veel erfgoed rassen zijn zeldzaam. Voor behoud voor toekomstige generaties zijn voldoende houders en fokkers van essentieel belang. Er is voor veel rassen een reëel gevaar voor uitsterven. En in kleine populaties ligt Inteelt op de loer.
En hoe neem je parttijen mee die van invloed zijn bij promotie, wetgeving en beleid. Daarin zijn Overheden, rasorganisaties, particuliere fokkers ondernemers, publiekslocaties, samenwerkingspartners, onderzoek en onderwijs van groot belang.
Bij de fokkerij en het voorkomen van inteelt speelt het Centrum voor Genetische Bronnen (CGN) – dier een rol, door rasorganisaties te ondersteunen bij onderzoek en fokkerij vertelt Mira Schoon. Maar ook met de genenbank voor landbouwhuisdieren ondersteunt CGN. De opslag van DNA kun je zien als een ‘verzekering voor de toekomst’.
Groninger blaarkop kalf Lennart werd geboren uit sperma dat 60 jaar geleden werd bevroren’ een goed voorbeeld van behoud in de praktijk.
Ook bij CGN plant worden rassen bewaard voor nu én toekomstige generaties, verteld Lana de Bruin. De oude rassen herbergen een schat aan genetische diversiteit. Vaak zijn ze regio specifiek; connectie met verleden & nuttige eigenschappen
Lana doet een oproep naar oude rassen. Verhalen en zaden zijn te vinden op de website www. erfgoedrassen.nl
De gezamenlijke boodschap; blijf de rassen gebruiken in de praktijk om ze te behouden. Zo blijven populaties en kennis over de rassen en de verbinding ermee levend.
De Oerakker; Auke Kleefstra.
De Oerakker zet zich als koepelorganisatie sinds 1995 in voor de netwerken die zich bezighouden met behoud van plantaardig cultureel erfgoed binnen Nederland.

Momenteel vertegenwoordigd de Oerakker een drietal netwerken die zich inzetten voor pantaardig cultureel erfgoed:
Nationaal Fruit Netwerk zet zich in voor groot fruit
Netwerk eeuwig moes (groenten)
Netwerk de bekoring voor granen en begeleidende flora
In de toekomst kunnen daar meer netwerken onder vallen. Als kennisplatform voor historische land- en tuinbouwgewassen zet de Oerakker zich in voor coördineren, conserveren, vermeerdering en ontwikkeling. Daarnaast wil de Oerakker met kleinere bedrijven en particulieren kennis delen over gewassen en vermeerdering door en zich inzetten als landelijke belangenbehartiger en organisatie met netwerken waarin leden en partners samenwerken.
De toekomst die Auke Kleefstra voor zich ziet is er een waar diverse koepelorganisaties zoals Oerakker, SZH en VBNE met elkaar verbonden zijn en waarin ze hun positie kunnen versterken door middel van een functionele overlegstructuur.