Zeldzame runderen ingeschreven in stamboek op basis van DNA-test
Runderen zonder of met onvolledige afstammingsgegevens kunnen sinds 2018 ook in de hoofdsectie van een stamboek worden ingeschreven wanneer met de door het Centrum voor Genetische bronnen Nederland (CGN) ontwikkelde DNA-test is bewezen dat het dier tot een specifiek ras behoort. De eerste runderen zijn inmiddels opgenomen in de desbetreffende stamboeken van de zeldzame Nederlandse runderrassen.
Onderzoek naar de genetische verschillen tussen de Nederlandse runderrassen maakte het mogelijk om een DNA-test te ontwikkelen waarmee kan worden aangetoond hoeveel een dier overeenkomt met één van de Nederlandse runderrassen.
Opname van zo veel mogelijk dieren van een zeldzaam ras in een stamboek is van groot belang voor de toekomst van deze kleine rassen. Alleen de dieren die staan ingeschreven in het stamboek, en bekend zijn bij de rasorganisatie, tellen in feite mee als actieve fokpopulatie. Een voldoende grote actieve fokpopulatie is in het bijzonder belangrijk voor kleine populaties, zoals de zeldzame rassen.
Paraplubestand
Een belangrijk bijkomend voordeel is, is dat raszuivere dieren die in het stamboek staan ingeschreven, ook kunnen worden opgenomen in het paraplubestand. Het paraplubestand wordt vanuit de SZH bijgehouden in het Identificatie & Registratie (I&R) systeem van RVO, hierin kan de SZH dieren van de zeldzame rassen van rund, schaap en geit van een zogenaamde ‘zeldzaam huisdier vlag’ voorzien. Bij een uitbraak van een besmettelijke dierziekte wordt er voor deze dieren gekeken of er uitzonderingsmogelijkheden zijn. Daarnaast zal het paraplubestand leidend zijn bij eventuele dierpremies gerelateerd aan de zeldzame rassen.
Over het DNA onderzoek schreven we een artikel, hier te lezen