Dubbeldoel runderen van de zeldzame kleurslagen nu ook in het Paraplubestand
Witrikken, Valen en Baggerbonten zijn van oorsprong voorkomende kleurslagen binnen de Nederlandse rundveestapel, door de stamboekrichtlijnen uit het verleden zijn afstammingen niet altijd compleet. Om deze bijzondere variatie dezelfde bescherming van het Paraplubestand te bieden, als de bescherming die er is voor de erkende zeldzame dubbeldoel runderrassen, is er het Dubbeldoelregister opgezet voor de unieke kleurslagen. Met een keuring op basis van een aantal kenmerken kan er objectief worden bepaald of een rund voldoende overeenkomt met de typische dubbeldoelkenmerken van de van oudsher in Nederland voorkomende runderrassen.
Het paraplubestand
Het Paraplubestand is op verzoek van Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid (LNV) opgezet door Stichting Zeldzame Huisdierrassen (SZH). In het Paraplubestand worden dieren in kaart gebracht die behoren tot een zeldzaam ras. De zeldzame status van een dier wordt in de Identificatie & Registratie (I&R) database aangegeven door middel van een vlag: ‘Zeldzaam Huisdier’. Bij uitbraak van besmettelijke dierziekten zullen uitzonderingsmaatregelen worden bekeken voor de dieren met deze ‘Zeldzaam Huisdier’ vlag. Daarnaast is het paraplubestand momenteel leidend voor de huidige dierpremie Melkvee Zeldzame Runderrassen.
Door de jaren heen is het langdurig verboden geweest om Witrikken, Baggerbonten of Valen te fokken
Witrikken, Valen en Baggerbonten
De Witrik is geen erkend ras, maar een kleurslag, een zeldzame kleurslag. Hetzelfde geldt voor Baggerbont en Valen, allen van oudsher voorkomende kleurslagen binnen de Nederlandse veestapel en tegenwoordig een zeldzame verschijning. Deze van oudsher voorkomende kleurslagen bij typische dubbeldoeldieren, gehouden en gefokt voor zowel melk als vleesproductie, zijn net als de meeste Nederlandse dubbeldoelrassen tegenwoordig een zeldzame verschijning. Een voorwaarde voor opname in het Paraplubestand is dat het raszuivere dieren zijn die ingeschreven staan in het stamboek van één van de volgende rassen: Brandrood, Fries Hollands, Groninger Blaarkop, Lakenvelder of Roodbont Friesvee. Voor de Witrikken, Baggerbonten of Valen is dit vanwege de achtergrond van deze unieke dieren niet altijd mogelijk. Door de jaren heen is het langdurig verboden geweest om Witrikken, Baggerbonten of Valen te fokken. Hierdoor heeft de fokkerij grotendeels buiten de stamboeken plaatsgevonden en gaat het veelal om niet stamboek geregistreerde dieren met een (deels) onbekende afstamming. Deze achtergrond maakt het vrijwel onmogelijk om dieren met de zeldzame kleurslagen bij de huidige stamboeken in te schrijven en vallen ze momenteel buiten de bescherming van het Paraplubestand.
Dubbeldoeltype
Het Dubbeldoelregister is opgezet voor dubbeldoel typische dieren, met overeenkomende dierkenmerken als de van oorsprong Nederlandse dubbeldoelrassen en (deels) ook met dezelfde genetische achtergrond. De huidige rundveestapel bestaat voor meer dan 90% uit specialistisch melkvee zoals het ras Holstein Friesians. Ook hier komen wel eens Witrikken, Baggerbonten of Valen voor, alleen is het achterliggende ras en daarmee het DNA van de Witrik Holstein hetzelfde als die andere 90% van het melkvee. Hetzelfde geldt voor dieren met een Witrik of Baggerbonte aftekening of in Vaalkleur, die behoren tot typische vleesveerassen, zoals bijvoorbeeld Belgisch Blauw. Ook hiervoor geldt dat de genetische achtergrond overeenkomstig is met de populatie van Belgisch Blauwen, en niet met de van oorsprong Nederlandse dubbeldoelrassen. Omdat hierdoor de Holstein en Belgisch Blauwen met de Witrik aftekening niet onder de noemer zeldzaam Nederlands ras vallen, is er een keuringsprotocol opgesteld om de dubbeldoeldieren van de gangbare productiedieren te kunnen onderscheiden. Hiermee wordt een objectieve manier van beoordelen beschikbaar gesteld en kan het onderscheid worden gemaakt op basis van een aantal uiterlijke kenmerken typerend voor de Nederlandse dubbeldoelrassen.
Keuringseisen
Eén van de belangrijkste onderdelen uit het keuringsprotocol is het controleren van de juiste kleurcode in de I&R database. Het is dus heel belangrijk om kalveren met bijvoorbeeld Witrik aftekening ook als een Witrik aan te melden. Een ander onderdeel wat wordt gecontroleerd zijn de afstammingsgegevens en rasbalk op de registratiekaart. Indien ouders en voorouders bekend zijn wordt nagekeken of er niet meer dan 12.5% buitenlandse bloedvoering in voorkomt. Of beter gezegd bloedvoering afwijkend van de Nederlandse dubbeldoelrassen, dit heeft te maken met het stuk uitleg in het voorgaande kopje ‘dubbeldoeltype’. Wanneer deze gegevens voldoen aan de gevraagde criteria wordt het exterieur, het fenotype, beoordeeld op een aantal dubbeldoelkenmerken. Hierbij wordt onder andere gekeken naar de bevleesdheid, Figuur 1 geeft hiervoor verschillende categorieën aan.
Dubbeldoelregister
Het Dubbeldoelregister wordt beheerd door Stichting de Witrik. Veehouders met Witrikken, Baggerbonte of Vaalkleurige dieren van het dubbeldoeltype kunnen zich, mits zij lid zijn van Stichting de Witrik, aanmelden voor een keuring. Een rund dat voldoende punten krijgt toegekend voor deze keuring kan worden opgenomen in het Dubbeldoelregister. Het ministerie van LNV heeft haar goedkeuring gegeven om het keuringsprotocol en het opgezette Dubbeldoelregister te gebruiken voor opname in het Paraplubestand. In andere woorden: wanneer een Witrik, Baggerbonte of Vaalkleurig dier volgens het keuringsprotocol voldoet aan de gestelde eisen voor het Dubbeldoelregister kan het dier in het Paraplubestand worden gevlagd als zijnde ‘Zeldzaam Huisdier’ en hiermee van dezelfde bescherming genieten als de dieren van de erkende runderrassen.
Foto boven dit bericht met dank aan Pytsje van der Veen