Dierenwelzijn in beeld bij rasorganisaties
Met het amendement op de Wet Dieren dat dit jaar door de minister van LNV ingevuld gaat worden, zal een hogere standaard van dierenwelzijn worden verlangd van dierhouders. Dit betekent dat ook voor de Nederlandse zeldzame huisdierrassen de wet- en regelgeving verandert. SZH vroeg een groep studenten om te inventariseren in hoeverre dierenwelzijn speelt bij de rasorganisaties en waar ondersteuning nodig is.
Aanleiding voor het uitzetten van het onderzoek was de vraag of en op welke manier SZH de rasorganisaties kan ondersteunen bij het waarborgen van dierenwelzijn. Om te weten waarbij ondersteuning gewenst is, moest eerst de huidige houding van rasorganisaties ten opzichte van het thema dierenwelzijn in kaart worden gebracht. Dit heeft geleid tot de volgende onderzoeksvraag: Hoe waarborgen rasorganisaties dierenwelzijn en hebben zij hierbij behoefte aan ondersteuning? Met behulp van literatuuronderzoek, een enquête voor rasorganisaties en interviews met zowel rasorganisaties als deskundigen is antwoord gegeven op deze vraag.
In de literatuurstudie is gezocht naar definities van dierenwelzijn. Daarnaast is voor iedere diersoort op de lijst van de Nederlandse zeldzame huisdierrassen gezocht naar gebreken die invloed hebben op dierenwelzijn. Hoewel verschillende definities van dierenwelzijn bestaan, is een trend zichtbaar waarbij naast fysieke- ook op emotionele gezondheid wordt gelet. Verder is gevonden dat bij zeldzame huisdierrassen verscheidene erfelijke aandoeningen aanwezig zijn. Inteelt is een gevaar omdat het bij zeldzame rassen vaak om kleine populaties en kleinschalige houderij gaat. Ook is gevonden dat bepaalde extreme kenmerken in het fokdoel het welzijn van het dier negatief kunnen beïnvloeden.
Er is een elektronische enquête verstuurd naar 73 rasorganisaties over hun visie op dierenwelzijn en hun beleid dat betrekking heeft op dierenwelzijn. 41% van de benaderde rasorganisaties heeft de enquête volledig ingevuld. De meesten respondenten hebben met de rasorganisatie al nagedacht over dierenwelzijn. Hun definitie van dierenwelzijn richt zich in de meeste gevallen op de vijf vrijheden van Brambell of een deel daarvan. Van alle mogelijke welzijnsaspecten wordt lichamelijke gezondheid het meest als een van de belangrijke aspecten benoemt. Over veel welzijnsaspecten hebben rasorganisaties geen richtlijnen. De richtlijnen die er wel zijn gaan het meest over inteelt en erfelijke afwijkingen en het minst over natuurlijk gedrag. Twee derde van de respondenten controleert of leden zich aan de richtlijnen houden en er wordt vaak een waarschuwing gegeven als richtlijnen worden overtreden. Iets meer dan de helft van de respondenten geeft aan behoefte te hebben aan ondersteuning door SZH. Een nieuwsbrief wordt het meest genoemd als gewenste ondersteuning, gevolgd door hulpdocumenten en lezingen.
Vijf vertegenwoordigers van verschillende rasorganisaties zijn geïnterviewd om meer verdieping op de antwoorden van de enquête te vergaren. Dierenwelzijn betekent voor de meeste geïnterviewden dat het dier een goede gezondheid heeft door goede verzorging en voeding. Er zijn grote verschillen tussen organisaties in de mate waarin zij richtlijnen over dierenwelzijn hebben. Sommigen vinden het niet de taak van de organisaties om hun leden regels op te leggen over hoe zij dieren moeten houden. Een andere organisatie is juist streng op het controleren van hun leden. Leden worden op verschillende manieren begeleid in het houden en fokken. Er wordt vaak (spontaan) advies gegeven tijdens keuringen, shows en inspecties. Nieuwe leden wordt informatie aangereikt, ze worden gekoppeld aan een ervaren lid voor advies of een ervaren lid dat in de buurt woont gaat op eigen initiatief langs. Bij één organisatie wordt een cursus gegeven die alle nieuwe fokkers moeten volgen. Als obstakels voor het waarborgen van dierenwelzijn worden genoemd dat niet iedereen openstaat voor verandering, dat sommige mensen buiten de vereniging om fokken en dat niet elk lid genoeg ervaring heeft. Verder kwam naar voren dat regels van de overheid niet goed aansluiten op de praktijk van kleine houders. Alle geïnterviewden dragen SZH een warm hart toe. Vrijwel iedere rasorganisatie staat open voor ondersteuning van SZH bij het waarborgen van dierenwelzijn, vooral in de vorm van kennis delen en samenwerking tussen partijen bevorderen.
Alle resultaten bij elkaar hebben geleid tot het volgende advies aan SZH: allereerst is het belangrijk om verder te gaan met het informeren over inteelt, omdat slechts 50% van de organisaties hier richtlijnen over heeft. Daarnaast bestaat nog steeds grote weerstand tegen inkruisen. Ten tweede zou het goed zijn als aandacht gegeven wordt aan houderijsystemen, omdat ook emotionele gezondheid en natuurlijk gedrag hierdoor bevorderd kunnen worden. SZH kan op dit gebied ondersteuning bieden door het gesprek hierover aan te gaan, praktische aanbevelingen te geven en belangen te behartigen bij wetgevers en de overheid.
Het onderzoeksrapport is hier te downloaden
Misschien ook interessant: meer over onderzoek naar en de kijk op dierenwelzijn op de website van Raad voor Dieraangelegenheden