Paarden

De vier oud-Nederlandse paardenrassen zijn zeer divers, maar één eigenschap hebben ze gemeen. Het zijn doorgaans dieren met een rustig en vriendelijk karakter en ze zijn zeer geschikt voor het hele gezin.
Vooral het Gelders type en het Groninger paard worden breed ingezet, variërend van dressuur of springen, mennen en recreatief buitenritten maken tot het fokken door de (hobby) fokkers.
Het Nederlandse trekpaard is geregeld te vinden op shows, keuringen en in natuurbeheer. Daarnaast wordt het trekpaard ook onder zadel bereden.
En de zwarte parel uit het Noorden – het Friese paard – is niet meer weg te denken uit de hogere dressuurring, het bos, voor de kar of op een internationale filmset.

Historie

Paarden kennen wij tegenwoordig allemaal als rijdier, maar dit is lang niet altijd zo geweest. Ongeveer 5500 jaar geleden is de mens begonnen met vangen van wilde paarden voor hun vlees. Al snel kwamen ze erachter dat de paarden tam gemaakt konden worden en geschikt waren voor de fokkerij. Toen de paarden steeds meer als huisdier gehouden werden, kregen ze ook een functie als trekdier en later als rijdier. Het duurde niet lang voordat in de oorlogsvoering gebruik gemaakt werd van de snelheid en het indrukwekkende imago van paarden.

In Nederland werden paarden met name ingezet in de landbouw, waar hun trekkracht goed van pas kwam. Om in de verschillende streken van Nederland als trekpaard dienst te doen, moest er wel op specifieke eigenschappen worden gefokt, passend bij het bodemtype. Na de komst van de landbouwmachines verloor het paard steeds meer zijn functie als werkpaard en won het aan populariteit als rijdier en gezelschapsdier. Nederland kent ook een aantal initiatieven waarbij de Nederlandse paardenrassen nog worden ingezet in de duurzame landbouw, de visserij en in het natuur- of bosbeheer.

Nederlands trekpaard
Bedreigd

Nederlands trekpaard

Groninger paard
Bedreigd

Groninger paard

Gelders paard
Bedreigd

Gelders paard

Friese paard
Normaal

Friese paard