Mergellandschaap

"Het Mergellandschaap was niet alleen bekend om het begrazen van de kalkgronden, maar ook het vlees van het schaap is vanouds een beroemd product"
1

Kenmerken

  • Geschikt voor educatie, huisdier en hobby en natuurbeheer
  • Kan gehouden worden in een een natuurgebied, erf met veel grond en grote tuin
  • Oorsprong van dierenras ligt in Limburg

Status

  • Risico: Bedreigd
  • Aantal ooien: 1404
  • Trend laatste 15 jaar: stabiel

Gebruik

Het Mergellandschaap heeft een rustig en gemakkelijk karakter, dit maakt ze zeer geschikt om te houden op kinderboerderijen en andere plaatsen waar veel recreanten komen. Op plekken waar geregeld contact is met mensen, zijn ze vaak goed benaderbaar en vinden ze het fijn om te worden aangehaald.

Het Mergellandschaap vertoont een goed kuddegedrag en kan leven van een relatief sober rantsoen. Mergellandschapen doen het goed op kalkgraslanden en zijn gewend op steile hellingen te grazen. Ze worden vooral ingezet voor de begrazing op heuvelachtig terrein in Zuid-Limburg, maar er lopen ook kuddes in de Zeeuwse polders, de Franse Viroin en de Belgische Ardennen. Het Mergellandschaap geeft weinig problemen bij het aflammeren.

Uiterlijk

Het Mergellandschaap is een groot, lang en slank landras met een ruime, lichte wol vacht, deze is gelijkmatig, lang en sluik. Door de vrij losse stapeling van de wol kan een scheiding van de wol over de wervelkolom ontstaan, de kleur is meestal wit met hier en daar een incidenteel zwart dier. De poten zijn behaard en hebben meestal een grillig bruin of bruin- zwart vlekken patroon op een lichte achtergrond. Ze zijn hoornloos en hebben een gewicht rond de 65 kg en gemiddelde schofthoogte van 70 cm.

Achtergrond

Het Mergellandschaap is een typisch ras voor het heuvelland op de grens van Nederland, België en Duitsland. In Limburg werd vroeger onderscheid gemaakt tussen het ‘kötsjaop’ en het ‘weisjaop’, het kuddeschaap en het weideschaap. De kuddeschapen begraasden dagelijks, onder leiding van herder en hond, de voor de landbouw moeilijk bereikbare en schrale hellingen, maar ook holle wegen, bos- en akkerranden, braakliggende akkers en boomgaarden. Tot de opkomst van de kunstmest was de mest, naast de wol en het vlees, het belangrijkste product.

In de jaren zeventig van de twintigste eeuw waren er nog maar enkele tientallen kuddeschapen over. In 1974 richtten vijf resterende fokkers en de laatste schaapherder van Zuid-Limburg Sjang Brouwers, de vereniging Oos Mergelland Sjaop op. Daarbij kreeg het ras de naam Mergellandschaap. Kuddes Mergellandschapen werden opnieuw ingezet voor begrazing en natuurbeheer van de kalkgraslanden en sindsdien groeide het aantal Mergellandschapen weer enigzins.

Een specifieke vraag?